Stenekes onderzocht mensen met een beschadiging aan de buigpezen in hun handen, die als gevolg hiervan langere tijd gespalkt waren. Door zich voor te stellen dat de patiënt zijn gespalkte hand beweegt, kan hij de aansturing van de hand vanuit de hersenen op peil houden, zo blijkt uit het onderzoek. Als de spalk eenmaal verwijderd is hoeft de patiënt die de gedachteoefening regelmatig gedaan heeft, zijn handen minder vaak te oefenen en herstelt hij significant sneller.
Stenekes vermoedt dat de gedachteoefening ook werkt bij gespalkte botbreuken aan andere ledematen.