De provincie Groningen spreekt zich in aanbestedingen al sinds 1994 uit voor koffie met het Max Havelaar keurmerk. Volgens Douwe Egberts handelt de provincie daarmee in strijd met het aanbestedingsrecht en het vrije verkeer van goederen, door andere keurmerken uit te sluiten. ,,De provincie stelt zeer specifieke eisen, waaraan alleen producten met een fairtrade garantie als het Max Havelaar keurmerk kunnen voldoen. Om discriminatie te voorkomen moeten ook andere keurmerken worden overwogen", aldus de advocaat van de koffie- en theeproducent.
De zes eisen die de provincie voor de aanbesteding stelt, komen overeen met die van het Max Havelaar keurmerk, en houden ondermeer in dat de producten bij kleine boeren coöperaties worden ingekocht, met een kostendekkende minimumprijs. Aan deze twee eisen kan Douwe Egberts niet voldoen. ,,De kleine boeren alleen voldoen niet aan de vraag van Douwe Egberts”, aldus de onderneming.
Volgens de provincie zijn er in Nederland twintig leveranciers die koffie en thee met het Max Havelaar keurmerk leveren. ,,Douwe Egberts kan best aan de criteria voldoen. Het kiest er zelf, uit economische overwegingen, voor om dat niet te doen. Douwe Egberts is vrij deze keuze te maken, maar ze kan niet stellen dat zij op onrechtvaardige wijze van deze aanbesteding wordt uitgesloten. Het lijkt erop dat Douwe Egberts uit alle macht Max Havelaar onderuit probeert te halen”, aldus de advocaat van de provincie.
Douwe Egberts hanteert voor koffie de Utz certificatie, dat volgens diens advocaat ,,een andere manier van benadering heeft dan Max Havelaar, maar even duurzaam is”. ,,Als meerdere wegen naar hetzelfde resultaat leiden, mag de provincie geen wegen afsluiten”, stelt zij. Volgens de provincie leest Douwe Egberts de eisen echter verkeerd. ,,Er staat niet dat er alleen Max Havelaar koffie en thee mag worden geleverd. De producten hoeven geen keurmerk te dragen, als ze maar aan de gestelde eisen voldoen”, aldus de provincie.
De voorzieningenrechter doet op 16 november uitspraak.