Bereikbaarheid & Verkeer

Parkeren in Groningen: hoe de auto uit de binnenstad verdween

Het is bijna niet meer voor te stellen: de Grote markt en de Vismarkt vol met auto’s. Haast ondenkbaar, maar eind jaren vijftig was dat het beeld. Parkeren was in de eerste decennia van de vorige eeuw nog helemaal geen probleem. Toen parkeerden er voor het eerst auto’s in de stad Groningen. Rond 1906 kochten langzamerhand meer mensen een auto aan en reden er ‘maar liefst’  294 auto’s in de hele provincie.


Leestijd: 2 minuten

Parkeren in Groningen: hoe de auto uit de binnenstad verdween
Parkeren in Groningen: hoe de auto uit de binnenstad verdween

In de loop van de jaren dertig werden er al maatregelen getroffen voor het toenemende autoverkeer. Veel parkeerplekken werden ingenomen door zogenaamde ‘boderijders’ die voor het goederenvervoer tussen stad en land zorgen. Doordat de bodediensten enorm groeiden, zorgde dit voor drukte in de binnenstad, vooral op marktdagen. Om hier iets aan te doen, besloot de gemeenteraad een centraal bodenterrein aan te leggen op de Bloemsingel, bij het voormalige UMCG-terrein.

In 1949, toen er al zo’n 2200 personenauto’s rond reden in de stad begon de gemeente zich af te vragen of een gedempte Westerhaven kon dienen als parkeerterrein.  Tien jaar later werd het plan uitgevoerd. Ondertussen laat het Nieuwsblad van het Noorden  zich uit met als voorbeeld de zakenman die tijdens zijn bezoek aan klanten in de binnenstad nauwelijks de auto kwijt kan. Om meer ruimte voor de kortparkeerder te geven, moesten er volgens de krant parkeermeters komen. Die waren op dat moment, in 1963, alleen nog maar op Schiphol in werking.

De kreet van het Nieuwsblad had gewerkt. Datzelfde jaar nog werden er op het Akerkhof, het Kwinkenplein, en een deel van de Oude-Ebbingestraat in totaal 74 parkeermeters geplaatst. De Vismarkt en de Grote Markt Noordoost- en Oostzijde werden een zogenaamde ‘blauwe zone’ met 170 plaatsen.  De politierechter trad ook toen ook voor het eerst op bij parkeerovertreders. Wie zich niet aan de regels hield, moest een schamele 7,50 gulden betalen.

De eerste parkeergarage opende in 1969 aan het Kattendiep. Ondanks de afsluiting van de Herestraat voor autoverkeer laat het Nieuwsblad van het Noorden weten dat de garage ‘nog niet best’ loopt. Toch opent niet lang daarna aan de Kleine Peperstraat de tweede parkeergarage van de stad. In de jaren zeventig wordt er geprobeerd om verkeersmaatregelen te treffen voor de snelle groei van het autoverkeer.

Er komt een verkeersplan, maar dat gaat de prullenmand in als er een links college aantreedt. Dit college, onder leiding van Jacques Wallage en Max van de Berg, wil het autoverkeer in de binnenstad terugdringen. Het verkeerscirculatieplan dat in 1977 door het college werd ingevoerd, heeft voor drastische veranderingen gezorgd. Het heeft de binnenstad vrijwel onbereikbaar gemaakt voor autoverkeer.

Inmiddels is het 2015 en heeft Groningen qua parkeergelegenheid nog veel te bieden. Er zijn net buiten de stad diverse parkeerplekken en P+R-gelegenheden. In 2016 komen daar de terreinen Meerstad en Reitdiep nog bij. Wat dat betreft is de stad Groningen er in al die tijd niet op achteruitgegaan qua parkeergelegenheid. Misschien moet er wat meer gebruik worden gemaakt van de benenwagen. Maar dat kan voor niemand kwaad.