Economie

Partnerbijdrage

De verhoging van het opcententarief in Groningen

Volgens het CBS betalen Nederlanders in 2019 naar verwachting in totaal 5,9 miljard euro meer aan wegenbelasting dan in 2018. Dit is een stijging van 2 procent. De wegenbelasting die een bestuurder betaalt gaat gedeeltelijk naar het Rijk en gedeeltelijk naar de provincie waarin hij of zij woonachtig is. Het Rijk heeft naar schatting aan het eind van 2019 een jaaropbrengst die dicht bij de 4,3 miljoen euro ligt. Dat is 3,5 procent meer dan het jaar daarvoor. Provincies hopen 1,6 miljard euro in het laatje te krijgen, een stijging van 2,5 procent ten opzichte van 2018. Fiscale maatregelen hadden voorgaande jaren een grote invloed op de opbrengst van het Rijk en de provincies. In 2018 en 2019 zijn het vooral de verhoogde tarieven en het gestegen autobezit dat de opbrengst met enkele procenten doet stijgen.


Leestijd: 2 minuten

De verhoging van het opcententarief in Groningen
De verhoging van het opcententarief in Groningen

Slechts vier van de twaalf provincies verhogen dit jaar hun opcententarief. Zeeland heeft het opcententarief zelfs verhoogd met 8,3 procent. In Groningen wordt het tarief verhoogd met 1,1 procent. Toch betaalt de gemiddelde Groninger nog steeds meer wegenbelasting dan inwoners van Zeeland. Zo betaalt een Groningse eigenaar van een benzine ’18 auto jaarlijks 600 euro belasting, waar de Zeeuwse de 600 euro lang niet hoeft aan te tikken. Met de verhoging van 8,3 procent verwacht Zeeland toch 4 miljoen euro extra te vangen en de provincie laat weten dat deze extra inkomsten zullen worden gebruikt om de financiële tegenvallers te compenseren waarmee ze in voorgaande jaren te maken hebben gehad. De overige twee provincies die hun tarieven opschroeven zijn Flevoland en Friesland. Hoewel acht provincies hun opcententarief niet hebben verhoogd, zullen autobezitters in deze provincies toch ook meer kwijt zijn aan hun wegenbelasting vanwege het Rijkstarief dat dit jaar omhoog is gegaan.

Stel dat een auto-eigenaar een benzinevoertuig voor de deur heeft staan van gewichtsklasse 1. Deze zal jaarlijks 4 tot 20 euro meer kwijt zijn in 2019 dan het jaar daarvoor. Zo zal de auto-eigenaar, indien woonachtig in Noord-Holland, 552 euro kwijt zijn. In Zeeland betaalt een andere auto-eigenaar voor dezelfde auto 608 euro en in Drenthe maar liefst 616 euro. Het Rijk ontvangt voor zulke benzinevoertuigen van gewichtsklasse 1 365 euro. Dieselrijders zullen het opcententarief wat meer voelen. Zo zal een dieselrijder in Zeeland 1248 euro betalen voor zijn gewichtsklasse 1 auto. Dat is 32 euro meer dan hij of zij in 2018 betaalde. Voor hetzelfde type dieselauto betaalt een Groninger 1252 euro en hij of zij is daarmee 16 euro meer kwijt dan in 2018. Na Zeeland heeft Groningen hiermee de hoogste tariefstijging. Van die 1252 euro gaat 1000 euro naar het Rijk.

Vanwege het opcententarief zullen automobilisten dit jaar meer kwijt zijn dan vorig jaar. Toch kan men op autorijden besparen door bijvoorbeeld zuiniger te rijden. Ook de autoverzekering berekenenkan helpen. Overstappen naar een goedkopere autoverzekering kan op jaarbasis zeker het verschil maken.