Innovatie

ERC-beurzen voor excellente RUG-wetenschappers

Vier onderzoekers aan de RUG hebben een ERC Starting Grant toegekend gekregen. Deze persoonsgebonden subsidies van 1,5 miljoen euro worden door de European Research Council (ERC) toegekend aan excellente onderzoekers om baanbrekend onderzoek te stimuleren. Onder hen nu dus ook de Groningse wetenschappers Jana Hönke (Letteren), Irma Mosquera-Valderrama (Rechtsgeleerdheid), Panos Merkouris (Rechtsgeleerdheid) en Tina Kretschmer (Gedrags- en Maatschappijwetenschappen). Met de ERC-beurs kunnen deze talentvolle onderzoekers een onderzoeksteam opzetten en een onafhankelijk onderzoeksproject opstarten om binnen hun vakgebied nieuwe wegen in te slaan.


Leestijd: 3 minuten

ERC-beurzen voor excellente RUG-wetenschappers
ERC-beurzen voor excellente RUG-wetenschappers

Jana Hönke
Chinese en Braziliaanse bedrijven zijn inmiddels de belangrijkste bilaterale investeerders in Afrika. Ze passen bestaande regels toe maar introduceren tevens nieuwe bestuurspraktijken en relaties tussen maatschappij en bedrijfsleven, die wedijveren met de westerse normen. Over de aard en invloed van deze nieuwe praktijken is nog weinig bekend. Het INFRAGLOB-project onderzoekt hoe modellen en ervaringen van actoren uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika wereldwijd het bestuur van economische knooppunten herdefiniëren. De ideeën achter het Chinees en Braziliaans beheer van grootschalige haven- en mijnbouwprojecten worden geanalyseerd, en met  etnografisch onderzoek in Mozambique, Tanzania, Brazilië en China wordt bepaald hoe deze concepten in de praktijk worden uitgevoerd, onderhandeld en terzijde worden geschoven. Tevens kijken de onderzoekers hoe transnationale mobilisering en conflicten over infrastructuur in Afrika, Brazilië en China dit alles beïnvloeden. Ten slotte wordt onderzocht hoe deze praktijken bestaande pogingen om te komen tot de mondiale regulering van het transnationaal zakendoen van onderen af veranderen.

Irma Mosquera-Valderrama
Dr. Mosquera-Valderrama onderzoekt de rol van de OESO en de EU bij de totstandkoming van internationale fiscale wetgeving. Ze wil voorwaarden scheppen waaronder zowel ontwikkelde als ontwikkelingslanden kunnen vasthouden aan een mondiaal model van fiscaal bestuur. Haar project moet de haalbaarheid en de legitimiteit van het huidige model van mondiaal fiscaal bestuur beoordelen. De EU en de OESO concentreren zich momenteel op inhoudelijke kwesties die de internationale belastingarchitectuur van ontwikkelde en ontwikkelingslanden zullen veranderen. Dit  moet ervoor zorgen dat overheden eerlijk concurreren en dat multinationals hun deel betalen. Ze veroorzaken echter ook spanningen tussen ontwikkelde en minder ontwikkelde landen en tussen EU-landen en niet-EU-landen. Daarom moet een nieuw kader voor mondiaal fiscaal bestuur worden geformuleerd dat eerlijk is voor alle deelnemende landen. Mosquera-Valderrama onderzoekt de haalbaarheid van het invoeren van juridische minimumnormen in de belastingstelsels van 12 landen.

Panos Merkouris
Het project van dr. Panos Merkouris betreft de interpretatieregels van internationaal gewoonterecht. Internationaal gewoonterecht, verdragen en algemene beginselen zijn de belangrijkste bronnen van het internationaal recht. Hoewel interpretatieregels voor verdragen zijn vastgelegd in het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht (1969) en deze nog steeds onderwerp van analyse en debat zijn, zijn de interpretatieregels van het internationaal gewoonterecht nog niet eerder kritisch bestudeerd. Dit is zeer problematisch want interpretatie is niet alleen doorslaggevend in bijna elke internationale rechtszaak maar ook een van de belangrijkste kenmerken van de doeltreffendheid en voorspelbaarheid van een rechtssysteem. Als je de interpretatieregels van het internationaal gewoonterecht niet kent, speel je een spel zonder de spelregels te kennen en is voorspelbaarheid allesbehalve gegarandeerd.

Tina Kretschmer
Uit eerdere studies weten we dat gelijkwaardige relaties tijdens de adolescentie gevolgen hebben voor het psychisch welzijn als volwassene. Dr. Tina Kretschmer stelt dat de gevolgen van dergelijke 'peer'-ervaringen van veel grotere betekenis zijn voor de ontwikkeling. Zij onderzoekt de overdracht van 'peer'-ervaringen tussen sociale contexten door te bestuderen hoe volwassen liefdesrelaties en vriendschappen worden beïnvloed door eerdere 'peer'-ervaringen. Daarnaast bestudeert zij of zulke ervaringen van generatie op generatie worden doorgegeven en of deze het nageslacht via omgevings-, genetische en epigenetische factoren beïnvloeden. De resultaten van dit project zullen onze kennis over de rol van peers bij sociale ontwikkeling sterk vergroten.