Met de uitkomsten van dit onderzoek zijn voor het eerst kaarten gemaakt van de ecologische hotspots in de Waddenzee, gebieden met grote biodiversiteit en een belangrijke ecologische functie. Deze plekken zijn vaak extra gevoelig voor bodemverstoring. Er leeft van alles: pieren, schelpdieren, zeesterren, sponzen, garnalen en krabben. Deze soorten vormen de basis van de voedselketen in de Waddenzee.
Daarnaast hebben de onderzoekers voor het eerst alle beschermingsmaatregelen en bedreigingen in kaart gebracht voor de delen die onder water staan. De twee kaarten- die van de ecologische hotspots en die van de plekken waar beschermingsmaatregelen worden uitgevoerd- zijn naast elkaar gelegd.
Uitkomst: de bescherming is volstrekt onvoldoende. De meest belangrijke gebieden, bijvoorbeeld die met de hoogste biodiversiteit, zijn in de praktijk nauwelijks of niet beschermd.
Op Europees niveau is afgesproken dat de natuur in de Waddenzee niet verder achteruit mag gaan. Natuurorganisaties, overheden, wetenschappers en belangenorganisaties hebben daarom afspraken gemaakt over natuurbehoud en -herstel in het Waddengebied.
Die afspraken worden niet goed nageleefd, laat het onderzoek nu zien. De resultaten tonen dat in slechts tien procent van het onderwaterdeel van het wad menselijke en economische activiteiten beperkt zijn. Maar twee procent is volledig vrij van verstoring.