De pleister wordt voornamelijk toegepast bij patiënten met een beroerte. Ongeveer een kwart van de mensen die een beroerte hebben, hebben een onregelmatige hartslag.
De ePatch ingezet als alternatief voor de traditionele holter: een kastje dat om de nek hangt van de patiënt hangt, waaraan zo’n 10 elektroden vastzitten die op het bovenlichaam het hartritme meten. Het nadeel: een holter is duidelijk zichtbaar, en je kunt er niet mee sporten of douchen. De ePatch is veel kleiner, en de patiënt merkt er niks van en kan gewoon sporten en douchen.
De pleister meet dezelfde gegevens als de holter en doet dat zelfs nog beter. De holter wordt maximaal 24 tot 48 uur gedragen door de patiënt; de ePatch 5 dagen. De langdurige metingen maken het waarschijnlijker dat het boezemfibrilleren opgepikt wordt door het apparaatje. Ook is er minder ruis tijdens beweging, waardoor ritmestoornissen beter opgespoord worden. Dus: de diagnostiek kan nauwkeuriger gedaan worden.