Voor het toekomstige windpark Eemshaven-West kiest de provincie Groningen voor een variant met een opstelling van 16 windturbines in vier rijen. Het park krijgt daarmee een vermogen tussen de 64 en 100 megawatt en levert zo een belangrijke bijdrage aan de energietransitie.
Bij deze opstelling worden twee dorpsmolens voor de omgeving gerealiseerd en bieden de initiatiefnemers extra financiële vergoedingen en maatregelen om hinder te beperken. Het windpark is een initiatief van Vattenfall, Stichting Eemswind en Energie Coöperatie Oudeschip en Omstreken.
Voorkeursalternatief
Uit de verschillende mogelijke opstellingen heeft de provincie Groningen een voorkeursalternatief gekozen. Dat is de keuze voor de opstelling van het windpark. De provincie heeft hierbij een brede belangenafweging gemaakt, door onder andere de uitkomsten van een enquête onder inwoners, de effecten op de omgeving, landschap en natuur en de energieopbrengst af te wegen.
Redenen om voor deze variant te kiezen:
- Bij de opstelling C16 is de afstand van de windturbines tot de dichtstbijzijnde woning groter dan bij de andere opstellingen, doordat de dichtstbijzijnde windturbines worden weggelaten;
- De energieopbrengst is hier hoger dan bij de opstellingen met drie rijen en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de energietransitie in de provincie Groningen;
- De extra dorpsmolen die voor de omgeving beschikbaar komt en ontwikkeld wordt door Energie Coöperatie Oudeschip en Omstreken (ECOO);
- De extra financiële vergoedingen en maatregelen die initiatiefnemers bieden bij de opstelling C16, zoals maximaal één uur slagschaduw per jaar, een maximale geluidsbelasting van 39 dB in de nacht en de mogelijkheid om de verlichting op de turbines aan- en uit te schakelen.
De gemeente Het Hogeland heeft geen voorkeur voor een opstelling met vier rijen, maar realiseert zich dat C16 de minst nadelige keuze voor de omwonenden is.