Lifelines heeft deze week de 50.000e deelnemer ingeschreven voor de derde ronde van dit langlopende project. Deelnemers komen sinds 2006 elke vijf jaar langs voor een uitgebreide meting. Door deze herhaling van metingen is Lifelines gegroeid tot een van de grootste biobanken ter wereld. De gezondheidsgegevens worden gebruikt door onderzoekers en beleidsmakers om beleid en betere therapieën te ontwikkelen voor de preventie en behandeling van ziektes. Daarbij krijgen deelnemers door de metingen inzicht in hun gezondheid.
Op naar 100.000
Lifelines is met 167.000 vrijwillige Noorderlingen gestart als project van het UMCG. In de loop der jaren is een aantal mensen verhuisd, gestopt of overleden. Als gevolg daarvan zijn in de tweede onderzoeksronde (2014 -2017) 120.000 deelnemers onderzocht. Bert-Jan Souman, algemeen directeur Lifelines: “We richten ons op het ontvangen van 100.000 mensen in deze derde ronde. Hoe meer mensen meedoen, hoe groter de waarde van Lifelines wordt. Iedereen die in de afgelopen 15 jaar op bezoek is geweest bij Lifelines, is ook nu weer van harte welkom”.
Noorderlingen vormen een tijdmachine
De Lifelines-deelnemers vormen als het ware een tijdmachine waarmee onderzoekers terug kunnen gaan in de tijd om te zoeken naar antwoorden op actuele vragen. Ook nu al zijn er verschillen te zien in de metingen uit de eerste en de derde ronde. Zo is meer dan 65% van volwassen deelnemers de afgelopen 15 jaar zwaarder geworden. Tegelijkertijd is wandelen in de vrije tijd toegenomen in populariteit. Tijdens de derde onderzoeksronde geven deelnemers bijvoorbeeld aan gemiddeld 3,3 dagen per week te wandelen. Tijdens de tweede onderzoeksronde was dit 2,5 dag per week.
Foto boven: Laboratorium onderzoek in het UMCG. (Foto: Economie.groningen.nl)