Innovatie

Onderzoek naar nieuwe vogeleilanden in Waddenzee

Om de bereikbaarheid per schip van de Eemshaven in de toekomst veilig te stellen, wordt binnenkort de toegangsgeul vanaf de Waddenzee naar de haven uitgebaggerd. Bij dit project komt 12 miljoen kubieke meter baggerspecie vrij. Wat te doen met deze grond? Drie studenten van de opleiding Civiele Techniek hebben de mogelijkheden onderzocht.


Leestijd: 1 minuut

Studenten van de Hanzehogeschool Groningen hebben samen met studenten van hogeschool Van Hall Larenstein een onderzoek uitgevoerd naar bovenstaand vraagstuk. Onlangs hebben ze hun project besproken met een aantal betrokkenen, zoals Groningen Seaports, Waterschap Noorderzijlvest, Adviesbureau Witteveen+Bos en Adviesbureau Tauw.

De toegangsgeul naar de Eemshaven strekt zich uit vanaf de Waddenzee tussen de eilanden Borkum en Rottumeroog tot in de Eemshaven. De studenten hebben bekeken of de vrijkomende baggerspecie kan worden toegepast ter verbetering van de natuurwaarden in de Eemsdelta. Kortom, ze zochten naar een goede balans tussen economische ontwikkeling en versterking van de natuurwaarden van het gebied.

Uiteindelijk heeft dit onderzoek geresulteerd in een conceptueel ontwerp voor de aanleg van vogeleilanden. In het ontwerp is rekening gehouden met stroming, getijbeweging, diepte, etc. In eerste instantie is gekeken naar de technische-, ontwerp- en uitvoeringsaspecten. Tijdens het komende studiejaar zetten andere studenten het onderzoek voort, waarbij wordt ingezoomd op aspecten als techniek &milieu en de ruimtelijke inpassing.

Vogeleilanden

Het conceptontwerp omvat een tweetal eilanden, gebouwd met alleen gebiedseigen materialen. Door flauwe taluds te gebruiken die zijn opgebouwd uit zand en keileem ontstaat een eiland dat dynamisch en natuurlijk is. Op basis van indicatieve berekeningen zou het eiland naar verloop van tijd natuurlijk evolueren tot een wadeiland. Door deze eilanden te creëren wordt ingespeeld op de vermindering van overlast door (zee)vogels op aanwezige industrieterreinen van Delfzijl. Nader onderzoek van de Hanzehogeschool Groningen moet bevestigen of dit concept praktisch toepasbaar is.