Innovatie

'Precisielandbouw' in ontwikkeling in Groningen met inzet van sensoren

De technologische vernieuwing in de Groninger landbouw krijgt nieuwe impulsen dankzij de sensortechnologie. Dankzij sensoren is het niet alleen mogelijk om kaarsrecht te rijden over landbouwgrond met behulp van GPS, maar er is nog veel meer mogelijk.


Leestijd: 2 minuten

VIERHUIZEN Wat moet je er nu concreet bij voorstellen, bij precisielandbouw? De Noordelijke Precisie Landbouw Groep (NPLG) probeerde onlangs op de boerderij van de Maatschap Claassen in het Groningse Vierhuizen antwoord te geven op die vraag. Een quad uitgerust met sensoren was een van de blikvangers tijdens deze praktijkmiddag.

Precisielandbouw is nog volop in ontwikkeling. Relatief eenvoudige toepassingen zoals het rechtrijden met behulp van GPS worden inmiddels op veel akkerbouwbedrijven toegepast. Maar het ambitieniveau van de NPLG reikt verder. Kan ik op de voorste helft van mijn perceel meer of minder fosfaat gebruiken dan op het achterste gedeelte? En welk technische hulpmiddelen kunnen mij als boer daar bij behulpzaam zijn?

Akkerbouwers, automatiseerders, mechanisatiebedrijven en werktuigfabrikanten ontmoetten elkaar gisteren om de stand van zaken door te nemen. De bezoekers werden onder andere bijgepraat door Altjo Medema van het Emmer bedrijf Dacom en Han Kemink van het Drontense bedrijf Altic, dat met de quad landbouwpercelen onder het vergrootglas legt. Via de GPS wordt de precieze positie van de quad vastgelegd.

Een sensor aan de achterzijde stelt vast hoeveel lutum en organische stoffen zich in de bodem bevinden. De scans die op deze manier worden gemaakt brengen soms grote verschillen aan het licht, zo maakten Medema en Kemink duidelijk in een inleiding. Ze illustreerden hun betoog aan de hand van een voorbeeld. Zo bleek een perceel grond van de maatschap Claassen aan een zijde vooral uit zand te zijn samengesteld. Even verderop was de hoeveelheid klei veel dominanter.

Bodemmonsters

De scans en data worden gebruikt in combinatie met drie bodemmonsters. De monsters worden genomen op plekken waar de meest extreme waarden worden gemeten. Aan de twee uitersten wordt een gemiddelde bemonsterde waarde toegevoegd. En zo ontstaat een plaatje dat de boeren behulpzaam kan zijn.

Bijvoorbeeld bij het aanbrengen van compost of het bepalen van de goede pootafstand. Volgens Kemink werd er tot dusverre vooral door Drentse boeren een beroep gedaan op de sensorquad. “Je kunt als boer ook kijken naar satellietfoto’s van jouw percelen. Dan zie je bijvoorbeeld dat aan een zijde een gewas het niet zo goed doet. Maar dan is het eigenlijk al te laat. Met een scan en een monster kun je vooraf bepalen waar je je extra moeite moet getroosten om een goede oogst te realiseren.”

Meer info:  www.nplg.nl