Faber, die bij LDODK in Gorredijk speelt, combineert korfbal met zijn studie aan de RUG. Dat is niet altijd even makkelijk, vertelt hij in een interview tegen de RUG. Hij kwam in zijn eerste studiejaar in beeld bij het Nederlandse team. Toch slaagde Faber erin om in het eerste jaar 35 en het tweede jaar 45 punten te halen. Op maandag, donderdag en vrijdag is hij bezig met zijn studie, op dinsdag en woensdag traint hij met het Nederlandse team. “Ik doe alles thuis, tenzij het echt verplicht is,” vertelt hij over het studeren.
Data
Om zijn spel te verbeteren, gebruikt Faber data. “Die fascinatie is begonnen op de middelbare school”, zegt hij tegen de NOS. “Na verloop van tijd begin je patronen in data te herkennen, waardoor je bepaalde resultaten kan voorspellen. Toen ik in het eerste team van LDODK kwam te spelen, ben ik het ook bij het korfbal in m’n voordeel gaan gebruiken.”
Zo analyseert hij onder andere zijn tegenstanders. “Ik heb per tegenstander zijn laatste tien wedstrijden bekeken en daarbij genoteerd hoe vaak hij of zij vanaf de linker- of rechterkant, of juist binnendoor komt om te schieten op de korf. Aan de hand daarvan weet ik hoe ik mij moet positioneren in verdedigend opzicht, waardoor ik mijn tegenstander van scoren houd.”
Eind oktober hoopt Faber met het Nederlandse team mee te gaan naar Taiwan, waar het WK korfbal op het programma staat.