Innovatie

Virtual reality-bril wijst scholieren op gevaren van criminele uitbuiting

Groningse bedrijf VRROOM heeft een Virtual Reality-experience ontwikkeld om scholieren te wijzen op de gevaren van criminele uitbuiting. In een virtueel spel nemen deelnemers de rol aan van crimineel, slachtoffer of politieagent. Het spel is ontwikkeld in opdracht van tien Groninger gemeenten en de provincie Groningen om jongeren te wijzen op de gevaren van mensenhandel.


Leestijd: 1 minuut

Virtual reality-bril wijst scholieren op gevaren van criminele uitbuiting
Virtual reality-bril wijst scholieren op gevaren van criminele uitbuiting

Er is sprake van criminele uitbuiting als iemand wordt gedwongen om strafbare feiten te plegen voor iemand anders. Voorbeelden zijn het runnen en verhandelen van drugs, het plegen van winkeldiefstallen, kweken van wiet, zakkenrollen of bedelen. De VR-experience laat scholieren en onderwijspersoneel met een VR-bril ervaren hoe criminele uitbuiting in de praktijk kan uitpakken.

Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de integrale aanpak van mensenhandel. Onderdeel daarvan is het voorkomen van criminele uitbuiting. Gemeenten moeten in 2022 hun beleid op het gebied van de aanpak van mensenhandel rond hebben. Om jongeren te wijzen op de gevaren van mensenhandel is in opdracht van de tien Groninger gemeenten en de provincie Groningen de VR-experience ontwikkeld. In een virtueel spel nemen deelnemers de rol aan van crimineel, slachtoffer of politieagent. Alle scholen in de provincie Groningen kunnen voor leerlingen tussen de 12 en 14 jaar nu gebruik maken van de VR-experience. Het toepassen van de VR-experience in de klas gaat in samenspraak het Zorg- en Veiligheidshuis Groningen.

Samenwerking

De ontwikkeling van de VR-experience is een samenwerking tussen Zorg- en Veiligheidshuis Groningen en partners, VRROOM, de provincie Groningen, de tien Groningse gemeenten, het Eemsdelta College,  en de provincie Groningen. De ontwikkeling van de VR-experience en de aanschaf van tien VR-brillen is financieel tot stand gekomen dankzij een bijdrage van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.