Verschillende Groningse overheden en organisaties hadden de voorzieningenrechter verzocht om het besluit van de staatssecretaris voorlopig te schorsen, totdat de Afdeling bestuursrechtspraak definitief uitspraak in deze zaak doet. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak ziet geen aanleiding om het besluit van de staatssecretaris te schorsen, omdat er op dit moment geen geschikt alternatief zou zijn in een noodsituatie.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben de inwoners van het aardbevingsgebied een groot belang bij een zo spoedig mogelijke definitieve beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld, maar de staatssecretaris moet ook het belang van leveringszekerheid betrekken bij zijn besluit. Volgens de rechter zorgt dit ervoor dat de gaswinning in de periode van oktober 2023 tot oktober 2024 nog niet onvoorwaardelijk op nul kan worden gesteld.
De uitspraak is een voorlopig oordeel. Komend voorjaar zal de Afdeling bestuursrechtspraak de zogenoemde bodemprocedure op zitting behandelen en alle beroepsgronden uitvoerig behandelen. Daarna zal zij definitief uitspraak doen in deze zaak.