Op het moment van spreken is Roelien Kamminga (Zuidbroek, 1978) bijna drie maanden burgemeester. De setting is bijzonder: door een grote stroomstoring in de binnenstad van Groningen zit ook het Stadhuis in het donker. Kamminga blijft er nuchter onder: “We redden het wel zonder kaarsen.”
Op 30 juni was haar eerste werkdag als burgemeester van Groningen (‘de hoofdprijs’, zou ze later over deze functie zeggen’). De eerste periode bestond vooral uit veel handen schudden, inlezen, ontmoetingen en kennismakingen, werkbezoeken en veel, heel veel kilometers op de fiets door de stad. “Dat is dé manier om een gemeente, maar vooral ook de inwoners, te leren kennen.” Kamminga woont momenteel zelf nog in Zuidbroek, maar een verhuizing naar de gemeente Groningen is aanstaande. “Het voelt als thuiskomen.”
Haar eerste indruk? “Ik was verrast om te zien hoe ontzettend veel hier gebeurt. Qua innovaties, kennisontwikkeling maar ook op het gebied van ondernemerschap.” Ze wijst als voorbeeld op de Zernike Campus, de ontwikkelingen op het gebied van AI en inherent daaraan Niemeyer. “Het is geweldig om te zien hoe we er steeds in slagen startups en innovaties aan te trekken. Tegelijkertijd is de diversiteit enorm, want ook het mkb en de traditionele maakbedrijven zijn volop vertegenwoordigd.”
Als burgemeester van de zesde stad van Nederland ziet Kamminga zichzelf als ‘ambassadeur van Groningen’, zoals ze het omschrijft. “Er ligt echt nog een taak om in de rest van het land te laten zien wat hier allemaal gebeurt, wat een mooie bedrijven hier zitten en wat een geweldige economische dynamiek er in Groningen heerst. Er wordt nog weleens gedacht dat het allemaal in het Westen gebeurt, terwijl ik denk: we doen hier vaak veel knappere dingen. Alleen vertellen we het te weinig.”
Die handschoen pakt ze graag op, zegt ze. “Ik wil vooral ook laten zien dat investeringen in het Noorden goed uitpakken voor het héle land. Of het nu gaat om kennisontwikkeling, de AI-fabriek of de Lelylijn: dat wat er hier gebeurt en ontwikkeld wordt, daar plukt ook de rest van het land de vruchten van.” Kamminga geldt als een groot pleitbezorger van de Lelylijn. “De Lelylijn wordt wel gepresteerd als investering voor het Noorden. Nee, denk ik dan, néé. Het hele land heeft profijt van een goede ontsluiting. We zijn maar een relatief klein land; het is wat mij betreft ook niet meer dan normaal dat er een goede ontsluiting is. Niet in de laatste plaats omdat een verbinding als de Lelylijn zorgt voor nieuwe bedrijvigheid in Groningen en de rest van het Noorden, maar vooral ook voor verspreiding van kennis, welvaart, bedrijven en bewoners.”
Internationale en nationale ervaring
Kamminga was hiervoor vier jaar VVD-kamerlid waar ze verantwoordelijk was voor onder andere internationale handel en regionale ontwikkeling en daarvoor werkte ze onder andere bij Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken. Haar Haagse en ook internationale ervaring en netwerk komen van pas in haar huidige functie, zegt ze. “Je ziet steeds vaker dat grote economische ontwikkelingen worden aangedreven en gestuurd door wat er nationaal en in Europa gebeurt. Dan helpt het als je weet hoe de lijnen lopen en ook dié taal weet te spreken. Ik snap de logica, zowel in Den Haag als Brussel. Ik weet daardoor: als je iets wilt bereiken moet je op tijd aan tafel zitten, niet pas als het besluit al is genomen.”
Als kamerlid zat Kamminga eerder aan de andere kant van de lobbytafel. “Omdat ik die andere kant heb gezien, weet ik dat je altijd goed voor ogen moet houden wat je met je lobby wilt bereiken. Wil je alleen je standpunten verdedigen? Of wil je een meerderheid zien mee te krijgen? Het is belangrijk zaken zo te verwoorden dat je ook de partijen die aarzelen met je meekrijgt.”
Kansen liggen er komende jaren voor Groningen volop. Kamminga wijst op de sectoren uit de Economische Agenda, waaronder duurzame energie, healthy ageing, landbouw, industrie en daarnaast ook AI, en de AI-fabriek. Dankzij Nij Begun wordt er komende jaren extra in deze sectoren geïnvesteerd. “De investeringen moeten aansluiten bij wat we hier al kunnen, en wat we al doen. Dáár moet de focus op, we moeten verder uitbouwen wat we al hebben en anders focussen op nieuwe economische kansen die aansluiten bij de Groningse identiteit.” Ze wijst op Brainport Eindhoven. “Bundel je kennis en innovaties en laat het verhaal vooral ook aan de rest van het land zien.”
“Ik ken de stad, de regio en ik versta de taal, dat is ook een voordeel”
Toen de vacature voor burgemeester van Groningen vacant kwam, was er voor Kamminga geen twijfel: dit was haar baan. “Ik heb lang voor Binnenlandse Zaken gewerkt, en vanuit die rol veel ervaring met lokaal bestuur. Ik heb daardoor weleens gedacht: ooit, later, zou ik best burgemeester willen zijn, dat zou toch wel heel erg leuk zijn. En toen kwam dus deze functie vrij. Groningen: de hoofdprijs, wat mij betreft.”
“Ik voel me echt een Groningse, hier ben ik thuis”, zegt ze. “Ik heb 20 jaar in Den Haag gewoond, maar al die tijd had ik de neiging meteen te benoemen dat ik een Groningse ben. Ik denk dat het als burgemeester ook helpt dat je uit de regio komt. Ik ken de stad, de regio en ik versta de taal, dat is ook een voordeel.” Als het aan Kamminga ligt, is Groningen voorlopig niet van haar af. “Ik ben van plan de zes jaar vol te maken, dat sowieso, maar liefst nog langer.”
Fotografie: Jan Buwalda