Nieuws

Groningse herenboer liep in haute couture

Filosofen lezend en in Parijse haute couture liepen ze over de Oost-Groningse kleigrond. De Groningse herenboeren leidden een riant leven in de negentiende eeuw. Hippe lui waren het, met hun boerderijen van 40 tot 50 hectare groot, voorzien van gigantische voorhuizen en slingertuinen in Engelse stijl.


Leestijd: 1 minuut

De boeren lieten zich kenmerken door de combinatie van rijkdom en smaak, meent promovendus IJnte Botke. Botke promoveerde donderdag aan de Rijksuniversiteit Groningen op zijn proefschrift ‘Boer en heer. De Groninger boer 1760-1960’.Waar de tegenstelling tussen herenboeren en landarbeiders normaal gesproken uit de positie van de zwoegende landarbeider en zijn revolutionaire en onhandelbare karakter bekeken wordt, draait de historicus de rollen om. Botke boog zich over de onderdrukkende partij, de herenboeren. De boeren maakten grootschalig gebruik van loonarbeid en brachten hun producten op de markt aan de man. Maar op het land waren ze zelden te vinden. Ze speelden een grote rol in het openbare en gemeenschapsleven, met lidmaatschappen bij rederijkerskamers, kerkvoogdijen en zelfs zetels in de Eerste en Tweede Kamer.Afgaand op de jurken die Botke in kledingkisten op herenboerderijen vond, hebben ook de boerenvrouwen er wel bij gevaren. “Je houdt het toch niet voor mogelijk”, grinnikt de wetenschapper. “Je kon bij de dijk van Usquert een boerin in een exclusieve jurk uit Parijs zien lopen!”