In 2021 had toenmalig burgemeester Koen Schuiling abortusdemonstranten van de Stichting Schreeuw om Leven verboden op de stoep voor de kliniek aan de Radesingel te staan, maar hen verwezen naar de grasstrook aan de overkant van de weg. De demonstranten waren het daar niet mee eens en stapten naar de rechter. Die stelde de burgemeester in het gelijk, en ook de Raad van State oordeelt nu dat burgemeesters mogen bepalen dat het demonstreren niet direct voor de deur van een kliniek gebeurt.
Volgens de Raad van State mogen gemeenten bij demonstraties beperkingen stellen om wanordelijkheden te voorkomen. In het geval van demonstraties tegen abortus heeft dat te maken met de kwetsbaarheid van de bezoekers van abortusklinieken. “Rond een abortuskliniek hoort een bepaalde mate van orde en rust te heersen, net als bij een ziekenhuis. Deze mensen bevinden zich in een kwetsbare positie waardoor de aanwezigheid van demonstranten hen eerder, sterker en persoonlijker zal raken en daardoor voor hen veel indringender zal zijn dan in de meeste andere gevallen.”
Ook in Heemstede en Amsterdam werden abortusdemonstranten eerder door de burgemeester naar een andere plek verwezen. Ook in die gevallen zijn de bezwaren van de actiegroepen afgewezen en stonden de burgemeesters in hun recht.




