De reden voor de voorlopige stop is dat twee medewerkers hun zorgen hebben geuit over sociale veiligheid en kwaliteit van zorg en wetenschap. “We nemen deze signalen serieus en laten deze zorgvuldig en onafhankelijk onderzoeken”, zegt bestuursvoorzitter Ate van der Zee.
Patiënten kunnen voor hun geplande operaties in de tussentijd terecht in de umc’s in Utrecht, Leiden, Amsterdam en Rotterdam. Poliklinische afspraken, niet-chirurgische ingrepen zoals hartkatheterisaties en acute zorg blijven wel gewoon doorgaan. Van der Zee: “Het is voor patiënten en hun families in Noord- en Oost-Nederland, maar ook voor de veiligheid van de acute zorg in onze regio, van groot belang dat deze gespecialiseerde zorg hier beschikbaar blijft. Daar blijven wij ons, samen met onze partners in het Netwerk Aangeboren Hartafwijkingen, vol voor inzetten.”
Van der Zee noemt het besluit ‘ingewikkeld’ en ‘pijnlijk.’ “Patiënten en hun naasten hebben een nauwe band met het UMCG en zijn van onze zorg afhankelijk. Wij begrijpen dat dit grote impact voor hen kan hebben. Hetzelfde geldt voor onze medewerkers, die zich iedere dag maximaal inzetten om de best mogelijk zorg te verlenen.”
De signalen worden de komende tijd onderzocht, en van der Zee hoopt dat het UMCG ervan kan leren en de zorg nog beter kan maken. “Als de signalen onderzocht zijn hopen wij dat dat input heeft opgeleverd waar we van kunnen leren om onze zorg nóg beter te maken. “We hebben er vertrouwen in dat het operatieprogramma voor patiënten met een aangeboren hartafwijking daarna weer verder kan.”
Naar aanleiding van het vertrek van één van de kinderhartchirurgen heeft het UMCG kinderhartchirurg en hoogleraar Ger Bennink aangetrokken. Hij geldt als één van de meest ervaren kinderhartchirurgen in Europa en is per 15 september hoofd van de vakgroep. “Daarmee krijgt het team ervaren leiding en is de continuïteit van zorg voor patiënten met een aangeboren hartafwijking in het UMCG stevig geborgd”, zegt Van der Zee. ‘Wij hebben groot vertrouwen in de kwaliteit van ons team van meer dan 80 gespecialiseerde zorgprofessionals en in een herstart van het operatieprogramma zodra de omstandigheden dit weer toelaten.”