Warmte en droogte zorgen ervoor dat rivieren als de Eems, de Elbe en de Wezer steeds minder water afvoeren naar de Waddenzee. Ook moeten waterbeheerders steeds vaker water vasthouden voor landbouw en drinkwatervoorziening.
Het water uit de rivieren bevat belangrijke voedingsstoffen voor algengroei, de basis van de voedselketen. Ook bevat dit water veel zoetwateralgen die worden gegeten door schelpdieren in de Waddenzee, schrijft het NIOZ. Die schelpdieren zijn weer voedsel voor vissen en volgels. Hierdoor heeft het wegvallen van de watertoevoer een grote invloed op het gehele zeeleven.
NIOZ-directeur professor Katja Philippart doet dan ook een oproep aan waterbeheerders: “Klimaatverandering, daar kunnen we maar één ding aan doen: onze uitstoot verminderen. Het probleem van de afgeknepen toevoer van zoetwater naar zee kunnen we wel lokaal aanpakken. Als we het water in de winter beter vasthouden, hebben we in de zomer ook meer water over voor de Waddenzee. Daar profiteert overigens niet alleen de Waddennatuur van.”