Gokken in de Oudheid
Een paar van de eerste spelborden en dobbelstenen dateren uit de oeroude beschavingen in Mesopotamië en de Indusvallei. Varianten van deze hoogbejaarde games worden nog steeds in die regio’s gespeeld. Maar werden er schelpen of kralen ingezet op de uitkomst? Dat weten we niet zeker, maar in principe kan elk gezelschapsspel in een kansspel veranderen.
Wat we wel zeker weten is dat de grondleggers van onze eigen beschaving, de Romeinen, fanatieke gokkers waren. Vooral de lagere klassen, die door de grote instroom van slaven vaak niet veel om handen hadden, gokten ruimschoots op spelletjes met dobbelstenen. Maar ook sommige keizers stonden er om bekend dat ze de tijd die ze eigenlijk aan staatszaken moesten besteden liever aan de speeltafel doorbrachten.
De middeleeuwen en de Renaissance
In de middeleeuwen werd er overal in herbergen en biertapperijen gegokt. Behalve de oude dobbelspellen en spellen met bikkels (dierenbotjes) werden nu ook grootschalige loterijen populair. Ook sporten, worstelpartijen en dierengevechten waren populaire evenementen waarop stevig werd ingezet. Ook al keurde de kerk het af, gokken was zo populair dat in de Renaissance de eerste legale loterijen en tombola’s werden gehouden. Hele steden in Italië en Frankrijk kochten een lot en gingen naar huis met prijzen in natura zoals levende kippen en schapen, zakken vol graan en kruiken olijfolie.
Waar de Europeanen graag dobbelstenen wierpen, vonden de oude Chinezen het kaartspel uit. Door de internationale scheepvaart werd de speelkaart ook in Europa bekend, en in de 18e en 19e eeuw ontstonden hier veel verschillende kaartspellen. In deze tijd werd gokken serieuzer aangepakt, en ontstonden de eerste casino’s in Italië en Frankrijk. Rond deze tijd, in 1726, werd ook de eerste Staatsloterij in ons eigen land opgericht. Natuurlijk zodat de overheid via belastingen en vergunningen een graantje mee kon pikken!
De negentiende eeuw: verbieden!
In de negentiende eeuw ontstonden er de westerse wereld verschillende bewegingen die gokken, drinken, café- en bordeelbezoek en andere ‘ondeugden’ probeerden te verbieden. Daarin waren ze redelijk succesvol – veel Nederlanders waren een eeuw geleden streng gelovig, en gokken had in ons land altijd al de reputatie ‘van de Duivel’ te komen.
De overheid nam bovendien het welzijn van zijn burgers steeds serieuzer. Sloppen werden gesloopt, riolen werden aangelegd en sociale wetten werden aangenomen. In dit maakbaarheidsdenken paste ook het verbieden van gokspellen, die de armen arm zouden houden en de gegoede burger aan de rand van het faillissement konden brengen.
De twintigste eeuw: hervorming en legalisatie
Gokken zou nog tot ver in de vorige eeuw een slechte roep houden in ons land. Toch gingen de gokwetten stapje voor stapje mee met de nieuwe liberale stromingen en met het ruimhartigere gokbeleid in het buitenland.
Sinds 1974 werden de populaire gokautomaten legaal, en mochten ook de Lotto en de TOTO deelnemen aan een groeiende gokmarkt. Holland Casino en verschillende speelhallen openden hun deuren en legden de grondslag voor de eerste echte casinotraditie van de Lage Landen.
Nu: gereguleerde online casino’s
Met de opkomst van het internetcasino gingen steeds meer mensen bij buitenlandse websites spelen. Die waren niet altijd even betrouwbaar: sommige spellen hadden een oneerlijke winstkans, en een gelukkige speler kon soms fluiten naar zijn geld. Ook had de overheid geen enkel zicht op gokverslaafde spelers.
Daarom werd besloten om de gokmarkt in 2021 vrij te geven. Elke aanbieder die zich aan bepaalde strenge eisen hield, mocht vanaf dat jaar een vergunning aanvragen. De overheid redeneerde dat spelers hierdoor beter beschermd zouden worden.
Elke nieuwe goksite moet bijvoorbeeld bewezen eerlijke spelsoftware gebruiken, zonder vertraging uitbetalingen verrichten en spelers zelf hun maximale inzetlimieten laten bepalen. Ook de oprichting van het CRUKS, waardoor gokverslaafden uitgesloten worden van casinobezoek, is een maatregel om het gokken van nu veilig en controleerbaar te maken.