Sport

FC Groningen heft Talentenfonds op

FC Groningen en SNS bank heffen het vorig jaar ingestelde Talentenfonds op. De reden is dat het transfersysteem waarop het fonds is gebaseerd in zijn huidige vorm gaat verdwijnen. Particulieren en bedrijven die gezamenlijk voor 1,2 miljoen aan certificaten hadden gekocht krijgen hun geld terug.


Leestijd: 1 minuut

NV Nederlandse Gasunie dat voor 50.000 gulden in het fonds participeerde heeft FC Groningen laten weten het bedrag volledig te willen investeren in de jeugdopleiding van de club. Inmiddels heeft ook een aantal andere bedrijven dit gedaan.Doel van het Talentenfonds was de jeugdopleiding van FC Groningen met behulp van de ingelegde gelden verder te professionaliseren. Investeerders zouden meedelen in de afkoopsommen van spelers die voor het uitdienen van hun contract naar een andere club zouden verhuizen. Dat leek een lucratieve en zinvolle constructie omdat de afkoopsommen volgens het principe van vraag- en aanbod de laatste jaren astronomische hoogten hadden bereikt. Zo verhuisde de Portugees Figo aan het begin van dit seizoen voor een bedrag van meer dan 120 miljoen gulden van Barcelona naar Real Madrid en wisselden ook binnen Nederland spelers voor meerdere miljoenen guldens van club.De hoge afkoopsommen waren echter een doorn in het oog van de Europese Commissie. Volgens de commissie staan de miljoenenbedragen een vrij verkeer van werknemers in de weg. De Europese en Wereldvoetbalbond (UEFA en FIFA) hebben tot eind deze maand de tijd gekregen een alternatief overgangssysteem te bedenken waarbij de hoogte van de afkoopsommen wordt gerelateerd aan de restwaarde van het contract bij voortijdige beëindiging daarvan.Vijf jaar geleden zorgde een uitspraak van het Europese Hof er al voor dat spelers aan het eind van hun contract zonder vergoedingssom naar een andere club konden overstappen: het zogenoemde Bosman-arrest. Daarvoor konden clubs door het vragen van een transfersom spelers van wie het contract afliep belemmeren in een overgang naar een andere werkgever.