Mollema had vorige week zijn bloed laten controleren, maar hieruit kwamen geen afwijkingen naar voren. De Rabobank prof nam de afgelopen week veel rust en dat lijkt in eerste instantie een goede uitwerking te hebben. De Ronde van het Baskenland duurt nog tot en met zaterdag en geldt voor de Spanjaarden als een hele belangrijke etappekoers om goed te scoren. In de eerste etappe over 142,5 kilometer met start en finish in Ataun moesten vijf bergjes van de derde en drie van de tweede categorie worden bedwongen. De Spanjaarden Aitor Hernández,Bingen Fernández , Herrada en Izagirre tekenden voor de vlucht van de dag en reden lange tijd vooruit.
In de finale kwam alles onder aanvoering van de grote Spaanse ploegen weer bij elkaar. Op tien kilometer voor de finish was de Alto da Lazkaomendi in het parcours opgenomen. Een klimmetje van ruim twee kilometer en een gemiddeld stijgingspercentage van ruimt tien procent. Hier viel alles uit elkaar en reden in eerste instantie negen renners weg, met onder meer Robert Gesink van Rabobank. Mollema vond hier zijn waterloo en stond, zoals hij het zelf na afloop aangaf geparkeerd. Hij kwam echter in een goede groep terecht met ondermeer Juan José Cobo en David Zabriskie. Deze groep van achttien renners kwam in Ataun 42 seconden na winnaar en klassementsleider Luis Leon Sanchez over de streep.
Mollema toonde zich na afloop tevreden. Het was een korte, maar zeer intensieve rit en daarin hield hij zich prima staande. Zeker met de slechte prestatie in Castilla y León in het achterhoofd. Thomas Dekker, vorig jaar derde in het eindklassement, kreeg bijvoorbeeld ruim vijf minuten aan de broek en tourwinnaar Carlos Sastre anderhalve minuut. De derde etappe op woensdag wordt een echte testcase. Een rit over ruim 170 kilometer met vier beklimmingen in de laatste vijftig kilometer. Twee van de tweede en twee van de eerste categorie. De finish is dan op de Alto de Ixua met een gemiddeld stijgingspercentage van bijna tien procent en de laatste paar honderd meter heeft zelfs een stijgingsgraad van liefst vijftien procent. Als de 22-jarige stadjer daar goed doorheen rolt dan betaalt zich het vele trainingswerk van een aantal weken geleden uit en was in de Vuelta Castilla y León sprake van een éénmalige uitglijder. Het is nu nog te vroeg om deze conclusie te trekken.
