Meer dan 500 cultuurliefhebbers hadden zich verzameld, en luisterden aandachtig naar het college kunstgeschiedenis van de oud-directeur van het Rijksmuseum, afgewisseld met poëtische voordrachten van de journaliste. Van Os en de Vos maakten het publiek op deze manier warm voor het festivalthema ‘Op zoek naar de horizon', waar ook de muziek-, theater- en poëzieprogramma’s later op de dag op af waren gestemd.
‘s Middags werd het nog drukker. Door weer en wind trokken vele honderden festivalgangers van de ene naar de andere kerk. Het thema ‘de horizon’ kon het publiek in elk optreden terugvinden. Zo had componist en gitarist Bram Stadhouders in het kerkje van Solwerd de Mongoolse zangeres Urna Chahar-Tugchi uitgenodigd: “Opgegroeid in de steppe is haar stem doordrongen van een gevoel van eindeloosheid”, vertelt hij tijdens zijn optreden. Ernst Jansz zorgde voor een tjokvolle Molukse kerk.
In zijn programma, Gideons Droom genaamd, vertelt hij over zijn vader, geboren in Nederlands–Indië: “Ik ben er trots op dat ik een eigen cultuur heb. Die door Indische mensen is meegenomen uit Indonesie en hier is bewaard. Als kleinood, als iets kostbaars, ons eten, onze muziek. Dat voel ik als enorme rijkdom.” Het publiek kreeg dan ook geen genoeg van de krontjongversies van zijn nummers en verplichtte hem langer door te spelen. Met de opmerking “dan moet u het zelf weten” verblijdde hij de vele luisteraars met een toegift.
Het slotconcert op de avond werd ingeleid door Jan Mulder. In zijn gesproken column over zijn zoektocht naar de horizon, liet hij het niet na om ook de ‘horizonvervuiling’ aan te kaarten. Zo startte de avond met een aanklacht tegen de windmolens in het landschap. Het Nederlands Kamerkoor bracht troost met een avondvullende programma met koormuziek. Met alweer een volle Nicolaïkerk waar de festivalbezoekers het koor bedankten met een langdurig ovationeel applaus.