Met de expositie geeft het museum ‘een fris en verdiepend perspectief’ op de roemruchte kunstenaarsvereniging die in 1918 in Groningen werd opgericht en een blijvende stempel drukte op de Nederlandse kunstgeschiedenis.
Waar de eerdere presentatie vooral de schilderijen als ‘oude meesters’ toonde, keert het Groninger Museum nu terug naar het beginpunt van het verhaal: de sociaal-economische achtergrond van de kunstenaars, hun opleiding aan Academie Minerva, de invloeden uit de internationale avant-garde en hun rol in de maatschappij. Ook het experiment met materiaal en techniek krijgt ruim aandacht, evenals minder bekende aspecten zoals het toegepaste werk en de gezamenlijke projecten.
De nieuwe chronologische opstelling beslaat zeven zalen in het De Lucchi-paviljoen. Elke zaal vertelt een eigen deel van het verhaal: van de oprichting en eerste successen tot de invloedrijke ontmoeting van Jan Wiegers met Ernst Ludwig Kirchner in Zwitserland, van de multidisciplinaire projecten van de kunstkring tot de zoektocht naar abstractie en constructivisme, en ten slotte de naoorlogse plaats van De Ploeg in musea, collecties en het Groningse kunstleven.
Werk van onder anderen Hendrik Nicolaas Werkman, Jan Altink, Alida Pott, Johan Dijkstra, George Martens, Jan van der Zee, Wobbe Alkema, Job Hansen en Jan Wiegers is te zien.
