Cultuur & Uitgaan

Jonge Groninger kunstenaars aan het woord in WATDOEJE?

Na vijf jaar BK050 lezingen, waarin kunstenaars aan bod kwamen die hun sporen al enigszins verdiend hebben, krijgt dit najaar de jongere generatie kunstenaars het woord in de nieuwe serie lezingen WATDOEJE? In deze lezingenreeks van BK050 staat een (nadere) kennismaking met het werk, de visies en verwachtingen van zes jonge Groninger kunstenaars centraal. Iedere maand op een woensdagavond zullen twee van hen met elkaar aan tafel gaan en elkaar de prangende vragen stellen: wie ben je, wat doe je, waarom en voor wie


Leestijd: 2 minuten

Het mag duidelijk zijn dat het niet alleen praten en luisteren, maar ook kijken zal worden. Kijken naar het werk en de context van waaruit hun werk tot stand komt. En het publiek krijgt de gelegenheid zich op een bijzondere wijze in het gesprek te mengen.

Op woensdag 12 oktober bijten Esther de Graaf en Coen Vunderink het spits af.

Esther de Graaf maakt in haar sculpturen gebruik van bouwmaterialen, resten en overblijfsels. Niet om te recyclen, maar als iets wat opnieuw kan groeien. In haar werk toont ze de imperfecties die bij het werken met deze materialen ontstaan, zoals het splijten van de houten latten binnen de constructies. Het zijn details die het werk letterlijk staande houden en de sculpturen tevens een kwetsbaar aanzien geven.

In het algemeen worden deze imperfecties met (technisch) falen geassocieerd, maar in haar werk zijn het juist belangrijke details waarin zij de limieten van de materialen bewust exploiteert.
Haar sculpturen zijn geïnspireerd op de menselijke neiging en noodzaak tot construeren en destrueren. Dit resulteert in kwetsbare en tegelijkertijd industriële verbindingen die vaak op hun beurt andere constructies nodig hebben om te blijven staan.

Coen Vunderinks werk bestaat uit schilderijen, sculpturen en installaties. Zijn visuele strategie is experimenteel en intuïtief. Intuïtie – anticiperen zonder dat te kunnen expliciteren – speelt in zijn werken een belangrijke rol. Deze werkwijze, die serendipiteit wordt genoemd, werd speels toegepast door de dadaïsten maar werd later ook wetenschappelijk onderzocht. Onder meer door de wetenschapper Pek van Andel in diens proefschrift Ongezochte vondsten, een ABC van serendipiteit, dat op Vunderinks werk van grote invloed is geweest.

Vunderink is van mening dat in de huidige westerse wereld – ook binnen de beeldende kunst – de ratio een te grote rol krijgt toebedeeld. Om te ontwikkelen is het kunnen verdragen van het ‘niet weten’ in zijn optiek een onmisbare eigenschap.

Woensdag 12 oktober, aanvang 20.00 uur
Locatie: BK050/Kunstencentrum, Walstraat 34 te Groningen
Entree: € 7,50 (studenten € 5 op vertoon van collegekaart)
Reserveren (aanbevolen) via www.bk050.nl of 050-8507100