Eerder plaatsen de Noordelijke Rekenkamer, SEO en Ernst & Young kanttekeningen bij de verwachte groei van het aantal vliegbewegingen. Die groei is noodzakelijk, maar tegelijkertijd zeer onzeker.
D66 onderkent echter ook het economische en maatschappelijke belang van een luchthaven in Noord-Nederland. Dit belang hangt echter sterk af van het aantrekken van lijnvluchten naar grote overstapluchthavens, de zogenaamde 'hubs'. Tot nu toe ontbreken dit soort vluchten op Eelde, zo stelt D66.
D66 is bereid om de luchthaven te steunen in de ambitie om deze lijndiensten in de komende jaren op te zetten. Dit kan gefinancierd worden vanuit het marketing- en routeontwikkelingsfonds. Hieraan stelt D66 wel de voorwaarde dat over een aantal jaar nogmaals naar de positie van de luchthaven gekeken moet worden.
Dan kan geanalyseerd worden of de investeringen en inspanningen effect hebben gehad en of het aantal passagiers genoeg gegroeid is. Gedurende de komende jaren moeten er ook onderzoek worden gedaan naar alternatieve verdienmodellen voor de luchthaven. Hierbij kan gedacht worden aan samenwerking met vliegvelden in de omgeving, of bijvoorbeeld aan het plaatsen van zonnepanelen op het vliegveld.
In de komende jaren moet duidelijk worden of de gewenste groeiende passagiersaantallen plaatsvinden. Ook kan onderzoek gedaan worden naar andere mogelijkheden om een sterke business case te bouwen voor het vliegveld. D66 is namelijk geen voorstander van het langdurig subsidiëren van een luchthaven met vooral chartervluchten naar vakantiebestemmingen.
Daarom krijgt de luchthaven – wat D66 betreft – de komende jaren de tijd om haar ambities gestalte te geven. Deze ambities moeten leiden tot een economisch zelfstandige luchthaven, die bijdraagt aan de bereikbaarheid en ontsluiting van Noord-Nederland.
