De kloof tussen de Randstad en de rest van Nederland wordt groter en dat is vooral voelbaar in het noorden van Nederland. Een combinatie van de relatief lage salarissen, grote woon-werkafstanden en beperkte thuiswerkopties maakt de impact van stijgende vervoerskosten extra groot in deze regio.
Noorderlingen verdienen minder dan in de Randstad en zijn relatief ook minder tevreden over hun inkomen. In de noordelijke provincies verdient 81% van de bevolking een netto maandinkomen onder de €4.000, ten opzichte van 74% van de mensen in het westen en zuiden van het land. De ontevredenheid over het salaris voedt het groeiend gevoel van ongelijkheid.
De afstanden voor woon-werkverkeer zijn in Noord-Nederland gemiddeld langer. Groningen heeft zelfs de langste gemiddelde woon-werkverkeer-afstanden van Nederland.
Prijsverhogingen
Ondertussen is er beperkt openbaar vervoer beschikbaar. Daardoor gebruiken werknemers daar vooral de auto (69%), terwijl openbaar vervoer nauwelijks wordt gebruikt (5%). De geplande prijsverhogingen van bijvoorbeeld de NS -een stijging van 6%- zullen niet bijdragen aan een verandering op dat gebied. Ondertussen zijn de brandstofprijzen blijvend hoger dan een aantal jaren geleden, ondanks de lichte daling na de piek van 2022. Zowel Euro95, diesel als LPG zijn structureel en aanzienlijk duurder dan drie jaar geleden.
Thuiswerken
Thuiswerken is voor veel werknemers in Friesland, Groningen en Drenthe meestal geen optie. 61% van hen werkt nooit thuis, wat ruim boven het landelijk gemiddelde van 53% ligt. Dat dwingt hen relatief vaak de weg op. Wisselen van baan blijkt bovendien lastig, omdat 63% van de inwoners in de afgelopen zes maanden niet benaderd werd door een recruiter, terwijl dat landelijk gemiddeld 54% is.