Huiseigenaren zijn verplicht een zogenaamde onttrekkingsvergunning aan te vragen voor het ‘kamergewijs’ verhuren van panden. Die regel geldt momenteel voor panden met vier of meer kamers en drie of meer bewoners. Daarbij moet het gaan om ‘onzelfstandige verhuur’, waarbij bewoners onder meer sanitaire voorzieningen in het pand delen.
Als de verhuur gepaard gaat met ernstige overlast kan de gemeente de vergunning weer intrekken. In straten waar 15 procent of meer van de panden op deze wijze verhuurd wordt, geeft de gemeente geen vergunningen meer af. Met uitzondering van de binnenstad, waar kamergewijze verhuur niet gemaximeerd is en de wijk Selwerd, waar tot de vaststelling van een ‘wijkvernieuwingsplan’ geen vergunningen worden afgegeven.
Na onderzoek gaat de gemeente ervan uit dat vermoedelijk zo’n 1800 verhuurbedrijven zich niet aan de regels houden. In straten waar minder dan 15 procent van de panden kamergewijs wordt verhuurd, kunnen eigenaren ‘legaliseren’ door een vergunning aan te vragen. Dat zal naar verwachting voor zo’n 10 prorcent het geval zijn. Verhuurders die niet legaliseren worden door de gemeente aangepakt. Te beginnen met de verhuurbedrijven die ernstige overlast met zich meebrengen.
Huiseigenaren waarvan het vermoeden bestaat dat zij illegaal verhuren ontvangen een brief van deze strekking. Ook huurders worden geïnformeerd.