De Helperlinie strekte zich uit van het Winschoterdiep tot het Hoornsediep en bestond uit aarden wallen, grachten en bastions. Het deel dat deze week werd blootgelegd is onderdeel van het meest oostelijk gelegen driehoekige bastion (zie afbeelding hieronder).
Het Groningse verdedigingwerk was bij de bouw een revolutionaire combinatie van grachten en uitstekende lunetten (driehoekige bastions). Dit ‘Nieuw Nederlands Stelsel’ is later op meer plaatsen toegepast, maar de Helperlinie was het eerste verdedigingswerk in zijn soort. Omdat het half verdiept in de grond werd aangelegd, zagen eventuele aanvallers vanuit het zuiden alleen een flauwe helling. Als zij daaroverheen zouden trekken, kwamen ze onverwacht in een droge gracht terecht met tegenover zich een hoge gemetselde muur waarachter de verdedigers zitten (zie de afbeelding hieronder).
De linie werd in haar bestaan meerdere keren aangepast en gemoderniseerd. Eén van die aanpassingen is nu goed tevoorschijn gekomen: In het westen, bijna tegen het Sterrebos aan is het (vroeg) 18de eeuwse muurwerk afgekapt om er een 19de eeuwse doorgang van vier meter breed in te zetten. Op deze plek kon je toen met groot materieel van achter de wal in de (droge) gracht komen.
Archeologen van de gemeente doen nader onderzoek om de aangetroffen onderdelen van de linie precies te dateren.