Tijdens het symposium sprak Joop Alberda over het ‘ DNA ‘ van topsporters. Joop won in 1996 een Olympische medaille als coach van het Nederlands mannen volleybalteam. Daarna is hij uitgeroepen
tot beste volleybalcoach ter wereld. In zijn presentatie ging hij in op de vraag: Wat zijn kenmerken van topsporters? Volgens hem zijn het zelfstandige sporters die niet geremd worden door hun omgeving.
Die bewust kiezen voor de beste opleiding, op dit nu in Nederland is of in het buitenland. Talentvolle mensen willen uiteindelijk getalenteerde mensen om zich heen hebben. Maar hij
concludeerde ook dat er niet alleen aan fysieke ontwikkeling aandacht besteed moet worden maar vooral ook aan cognitieve ontwikkeling.
Prof. dr. Chris Visscher, directeur Centrum Bewegingswetenschappen van de RUG gaf zijn visie op
topsport en onderwijs. Hij is van mening dat topsporters gestimuleerd moeten worden zelf dingen te beslissen (zelfregulering), dat ze een beetje eigenwijs moeten zijn in hun gedrag en dat ze vooral
actief moeten zijn in hun eigen leerproces.
Verder gaf hij aan dat steeds meer onderzoeken uitwijzen dat bewegen van invloed is op het creëren van vaardigheden. Tot slot kwam hij nog met een aantal onderzoeksresultaten: zo is 70%
van de topsporters HAVO/VWO niveau en 30% VMBO.