Vijftien jaar geleden, toen een gemaal tussen Sauwerd en Winsum werd aangelegd, werd per toeval een bijzonder vondst gedaan. Bij de bouw van dit gemaal bleek onder twee meter zeeklei een uitloper van de Hondsrug te liggen met daarin potscherven en vuursteen van de trechterbekercultuur. Deze cultuur is ook wel bekend als die van de hunebedbouwers.
Met deze bijzondere vondst kan met zekerheid worden gesteld dat dit gebied tussen ongeveer 4400 en 2400 voor christus al was bewoond. Vraag is wel waar het bijbehorende hunebed is gebleven. Dat is namelijk, ook vijftien jaar later, nog niet gevonden, maar kan best onder een dikke laag klei ‘verstopt’ zitten.
Eerder werden er al wel losse voorwerpen gevonden, zoals een vuurstenen bijl bij Winsum, maar pas na de vondst van de nederzetting kon met zekerheid vast worden gesteld dat de nederzetting ruim tweemaal zo oud is als de eerste wierden. Deze bevinding wierp ineens een heel ander licht op de eerste bewoners van deze regio.
Uit onderzoekingen van aardewerk blijkt dat de bewoners van de nederzetting bij Sauwerd zich hadden aangepast ten opzichte van hun tijdgenoten in Drenthe. In Noord-Groningen gebruikten ze geen leem, maar zeeklei. Er werd dus rekening gehouden met de omstandigheden..
Op basis van een booronderzoek, vijftien jaar geleden, blijkt dat de nederzetting op een eiland lag. Op de plek van het eiland, die in Lutje Saaxum (bij Baflo) eindige, werd in 1951 al een trechterbeker gevonden. Volgens onderzoekers groeide op het eiland een loofbos waar allerlei wild en zelf bruine beren hebben rondgelopen. In de nederzetting werden verbrande botresten gevonden, die kunnen wijzen op het feit dat er gejaagd werd. Door de stijging van de zeespiegel verdronk het eiland uiteindelijk, aldus het artikel in de Ommelander Courant. (Archieffoto National Geographic).
.