Susan Top, secretaris en boegbeeld van het Groninger Gasberaad sinds de oprichting in 2016, heeft bestuur en leden van het Groninger Gasberaad laten weten te zullen vertrekken per 1 oktober 2021. Volgens Top is het gaswinningsdossier “in een fase beland waarbij het Groninger Gasberaad onvoldoende mogelijkheden heeft om de belangen van gedupeerde inwoners nog effectief te kunnen behartigen”.
Het Groninger Gasberaad heeft vanaf haar oprichting snel een serieuze positie verworven in het gasdossier, en zich altijd tot doel gesteld kritisch maar ook constructief de belangen van de regio en haar inwoners te behartigen. Nooit is er kritiek geuit, zonder alternatieven aan te reiken. Het meedenken in oplossingen voor bewoners heeft altijd centraal gestaan. In de fase waarin het dossier nu beland is wordt de ruimte om serieus mee te denken, om te komen tot, voor bewoners bevredigende oplossingen, steeds kleiner.
Positie, pleisters en buikpijn
Top: “Sinds de opheffing van de maatschappelijke stuurgroep in 2019 is er geen formele adviespositie meer voor maatschappelijke organisaties als het Gasberaad en de GBB. De gesprekken die we sindsdien met de afzonderlijke betrokken partijen (NCG, IMG, overheden) wel zijn blijven voeren, hebben steeds meer het karakter gekregen van achteraf informeren en uitleggen. In het beste geval zitten we tegenwoordig in de rol van ‘klankbord’. Daar zit voor ons onvoldoende meerwaarde. Daarmee kunnen we niemand echt helpen. Natuurlijk, achter de schermen en langs informele wegen bereiken we nog steeds wel successen. Dat die niet altijd zichtbaar zijn, is voor ons geen probleem. Maar dat die ruimte steeds smaller wordt, is dat wel. Dat heeft verschillende oorzaken: het Groninger Gasberaad heeft geen formele adviespositie, het dossier is enorm versnipperd, en beleid wordt er nauwelijks meer gemaakt. Er wordt uitgevoerd, en pleisters geplakt waar dat misgaat.”
Een gemakkelijk besluit was het niet. De problemen van de inwoners zijn nog lang niet opgelost. Top: “Ik heb er buikpijn van. Maar op een gegeven moment moet je reëel zijn. Intussen zijn vrijwel alle wetten en beleidskaders vastgesteld. We hebben hard gevochten om daar zoveel mogelijk de belangen van gedupeerden in veilig te stellen. Op onderdelen is dat zeker gelukt – en dat koester ik ook – maar op het grote geheel niet. De krampachtige scheiding tussen ‘schadeherstel’ en ‘versterken’ is een systeemfout die niet meer te herstellen lijkt. Binnen schadeherstel, en binnen versterken zijn vervolgens ook weer allerlei keuzes gemaakt die een logische en samenhangende aanpak verder bemoeilijken. Er ontstaat intussen een waar oerwoud aan vergoedings- en subsidieregelingen waar nauwelijks meer een touw aan vast te knopen is. De formele kant is al nauwelijks te begrijpen, en als er dan in de praktijk ook nog van, de toch al onnavolgbare afspraken, wordt afgeweken is het onbegonnen werk. We moeten het ermee doen, maar ik kan er niet langer onderdeel van zijn. Ik kan het voor mezelf niet meer verantwoorden om nu medeverantwoordelijk gehouden te worden (want je bent geïnformeerd, en dus “betrokken bij”) voor deze chaotische brij aan regelingen en subsidies. Terwijl de echte problemen nog steeds niet adequaat kunnen worden opgelost.”
Herbezinning
Het Groninger Gasberaad betreurt het vertrek van Susan Top maar heeft alle begrip voor de keuze. Voorzitter Jan Wigboldus: “Susan heeft zeven jaar lang fulltime geknokt in het gasdossier. Met alle kennis en ervaring die ze in die periode heeft opgebouwd heeft ze het Gasberaad gemaakt tot wat het is. Met de grootste dossierkennis van iedereen. Het is een groot verlies voor het Gasberaad en voor de Groningers. Maar de worsteling die zij doormaakt herkennen wij allemaal. We zijn begonnen als constructieve gesprekspartner maar komen steeds meer in de rol van tandeloze waakhond. Willen we onze rol zo invullen? Terwijl we het gasdossier steeds verder zien afglijden? Als Groninger Gasberaad zullen wij ons ook moeten beraden en onze conclusies moeten trekken.” Het Gasberaad zal deze zomer gebruiken voor een herbezinning op haar toekomst.
Hoewel het vertrek van de secretaris natuurlijk een impact heeft op het functioneren van het Gasberaad, is dat op zichzelf niet de aanleiding voor de herbezinning. Dat is de binnen het Gasberaad gedeelde analyse van de situatie en de context waarin het Gasberaad zich momenteel bevindt. Ook zonder het vertrek van de secretaris was het moment van reflectie aangebroken. Wigboldus: “Hoe willen we verder, in welke rol? Welke rol wordt ons gegund? Wat willen en kunnen we nog bereiken? Welke randvoorwaarden moeten daarvoor zijn ingevuld? We hopen rond het afscheid van Susan daarover meer duidelijkheid te hebben. Tot die tijd zullen we onze ‘gewone’ werkzaamheden beperken tot het hoogstnodige, om voldoende tijd en energie voor de koersbepaling te hebben. ”