Economie

Partnerbijdrage

2019: wachttijden blijven te lang

Een nieuw jaar met nieuwe kansen. Zo ook voor regionale ziekenhuizen die voor de uitdaging staan de wachttijden terug te brengen–of ten minste te stabiliseren. Het Martini Ziekenhuis en het Ommelander Ziekenhuis kampen beide al langer met wachttijden die de geldende normen overschrijden, en het UMCG weet bij menig afdeling deze evenmin onder de zeven weken te houden. De hoop is dat 2019 een blik op verbetering biedt, maar onderzoek van Kassa over het afgelopen jaar is echter kritisch.


Leestijd: 2 minuten

Sinds augustus 2018 zijn ziekenhuizen verplicht om maandelijks een overzicht te publiceren van de actuele wachttijden per afdeling. Hiermee kan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) met gemak het overzicht bewaren over ontwikkelingen in de sector en waar nodig ingrijpen. Een duidelijke trend van de afgelopen jaren is dat wachttijden alsmaar toenemen, in sommige gevallen met flinke percentages. Dit valt aan verschillende oorzaken te wijten, die dikwijls een regionaal karakter hebben. Zo kreeg het Martini Ziekenhuis in 2016-2017 moeilijk te behappen aantallen aan nieuwe patiënten nadat het UMCG begon met het zogenaamde afstoten van de basiszorg en een specialisatie in complexere zorgverlening.

Kassa publiceerde echter onlangs een artikel over een rapport waaruit blijkt dat landelijk patiënten bij maar liefst een derde van de poliklinische specialismen niet op tijd terecht kunnen bij een ziekenhuis. Voor een behandeling is bij ruim een kwart (27%) de wachttijd te lang. Dit past binnen een gestage ontwikkeling waarbij landelijk de wachttijden verder stijgen. Mede door het voorgenoemde afstoten van de basiszorg bij het UMCG komt een groot deel van de lokale zorgbehoevenden bij het Martini Ziekenhuis terecht en kampt daardoor met wachttijden die in sommige gevallen het drievoudige van het landelijke gemiddelde zijn. Zo is bij het Martini Ziekenhuis de afdeding geriatrie tezamen met oogheelkunde het zwaarst getroffen door de toenemende wachttijden, en kunnen patiënten hier tot wel zestien weken hun ingreep afwachten–dit terwijl de gemiddelde landelijke wachttijd voor deze twee afdelingen respectievelijk vier en zeven weken inhoudt. Het Ommelander Ziekenhuis staat onder een vergelijkbare druk, met iets minder dan één derde van de wachttijden die de norm overschrijden.

Voor 2019 wordt echter geen verbetering verwacht. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen verklaarde afgelopen november in het voorgenoemde artikel tegenover Kassa “Hoe vervelend we het ook vinden, patiënten zullen eraan moeten wennen". Door vergrijzing en het sluiten van ziekenhuizen door het land komt op de overblijvende instititues een verhoogde druk te staan. Soelaas kan worden gezocht in het aanpakken van zorgproblemen in de vroege fasen, door middel van lichtere ingrepen of therapieën zoals dieetadvies, fysiotherapie of blijvende hulp zoals een bril. Zo zet het Nederlandse Oogfonds in hun Nationale Rapportage Oogzorg op een campagne voor regelmatige controles bij opticiens, een aanpak in 'de eerste linie' en een verbeterde kennis van oogaandoeningen. Door middel van samenwerkingen met online winkels zoals Mister Spex kunnen opticiens kosten laag houden en de dienstverlening lijdt daar niet onder. Een soortgelijk digitaal initiatief is het opzetten van meerdere diagnostische hulpen die via online vragenlijsten symptomen kunnen analyseren. Zo kan een eventueel onschadelijk kwaaltje worden verholpen zonder dat hiervoor specialisten worden belast. Uiteindelijk blijft het wel een vorm van dweilen met de kraan open: zo lang er geen verruimde steun voor zorgpartijen komt, zal de groeiend grijze bevolking de wachttijden verder opdrijven.