Economie

Autonomie mogelijk gunstig voor regionale economie

Autonomie heeft mogelijk een gunstig effect op de groei van een regionale economie. Dit blijkt uit onderzoek van de Wetenschapswinkel Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen in opdracht van de Fryske Nasjonale Partij. Autonome regio’s groeien sneller dan andere regio’s in de EU.


Leestijd: 1 minuut

In het onderzochte model van de studenten Pieter Crucq en Hendrik Jan Hemminga van de RUG blijkt dat de economie van regio’s in federale staten als Duitsland en België significant sneller groeit dan die van regio’s in gedecentraliseerde staten als Nederland en Frankrijk. Bovendien is de gemiddelde groeivoet van de autonome regio’s per hoofd van de bevolking, na correctie van andere groeibepalende factoren, een half procent hoger dan die van de overige regio’s in de EU. Aangezien de gemiddelde groeivoet in de overige regio’s 1,7 procent bedraagt, is dit laatste percentage – hoewel statistisch niet significant – een aanzienlijk verschil. Een verklaring is dat een autonoom regionaal bestuur efficiënter is en meer verantwoording aan de lokale bevolking aflegt.

Er zijn echter ook nadelen aan meer autonomie, dan wel decentralisatie van overheidsbevoegdheden. Er kan bijvoorbeeld minder geprofiteerd worden van schaalvoordelen in de voorziening van publieke goederen en bij het innen van belastingen. Nederlandse provincies zijn voorts dermate klein dat de baten dit schaalniveau veelal overstijgen, terwijl lokale politici dit niet in hun afweging meenemen. Deze nadelen zorgen ervoor dat niet kan worden geconcludeerd dat decentralisatie altijd een gunstig effect heeft op de groei van de economie. Om de nadelen van decentralisatie zo gering mogelijk te houden, zijn in het rapport een aantal richtlijnen geformuleerd voor zo efficiënt mogelijke decentralisatie.

Het is de eerste keer dat in Europa het effect van autonomie en decentralisatie op de regionale economie met regionale data op zo’n grote schaal en over zo’n lange periode zijn onderzocht. In totaal zijn de groeicijfers van 192 regio’s in de landen België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk en Zweden geanalyseerd over een periode van 25 jaar, namelijk van 1978 tot 2002.