Algenteelt voor veevoer zit nu nog in de fase van onderzoek, experimenten en kleinschalige initiatieven. Er moet een stap gezet worden om van laboratorium en kleine initiatieven te komen tot algen als landbouwgewas voor de agrarische sector en een afgeleide algenverwerkende industrie. Als tussenstap is het aanleggen van een algenproefboerderij van 10 hectare noodzakelijk.
Doel van dit project is het proces te versnellen en ervaring op te doen met een relatief grootschalige pilot. Om de mogelijkheden hiervoor in het Eemsdeltagebied te verkennen heeft DHV in opdracht van het Platform Groene Grondstoffen een haalbaarheidsverkenning uitgevoerd.
In 2010 formuleerde het toenmalige Platform Groene Grondstoffen drie uitgangspunten. Zo moet de omvang van het proefproject moet ongeveer 10 hectare zijn. Wanneer kennis is opgebouwd om 10 hectare te beheersen, kan verder worden opgeschaald naar een omvang die het voor de (agrarische) marktsector interessant maakt om in te stappen. Dat zou dan tussen de 50 en 150 hectare zijn. Een ander uitgangspunt is dat de proefboerderij gericht moet zijn op algen voor het gebruik in diervoeders. Diervoerders kennen een grote afzetmarkt en algen zijn vanwege het hoge eiwitgehalte bij uitstek geschikt voor toepassing in veevoer. Een belangrijk nevendoel is om zo min mogelijk raffinagestappen te introduceren voordat de alg aan het veevoeder kan worden toegevoegd en nauwelijks of geen opslag(tijd).
De ‘Haalbaarheidsverkenning grootschalige algenteelt t.b.v. veevoederbereiding’ wordt maandag 14 februari 2011 officieel uitgereikt aan Marc Jager, gedeputeerde Provincie Groningen, portefeuille Energie.