Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit werklozen, semiwerklozen en onderbenutte deeltijdwerkers tussen de 15 en 75 jaar. Groningen wordt gevolgd door Delft (13,9 procent), Wageningen (13,7 procent) en Amsterdam (13,5 procent). Ook qua provincie staan we bovenaan, met een percentage van 11,6, gevolgd door Noord-Holland met 11,1 procent. Het onbenut arbeidspotentieel is het kleinst in de drie zuidelijke provincies: Noord-Brabant, Zeeland en Limburg.
Het grootste deel van het onbenutte arbeidspotentieel bestaat uit vrouwen die meer uren willen werken. Als je alleen kijkt naar de vrouwen in de provincie benut 12,2 procent hun arbeidspotentieel niet. Het landelijke gemiddelde ligt op 11,2 procent. Dat is vooral toe te schrijven aan het grotere aandeel onderbenutte deeltijdwerkers onder vrouwen.