‘Het is een natuurlijke neiging na elke crisis meer regels op te stellen. Maar mijn onderzoek illustreert juist dat het herstel van vertrouwen in het accountantsberoep hem eerder zit in de bewustwording van de invloed van cultuurverschillen en andere gedragsbepalende factoren op de wijze waarop accountants die regels toepassen.’ Bik vindt dat accountantsorganisaties bij de aansturing van hun internationale netwerk en hun lokale trainingen en kwaliteitsbeheersing meer oog moeten hebben voor de lokale interpretatie van internationale regels.
Het beroep van accountants draait om onderling vertrouwen, communicatie, samenwerking en tegelijkertijd een professioneel kritische grondhouding. Zowel binnen het accountantsteam als met de klant. Bik: ‘Wat een accountant doet, is vaststellen in hoeverre een (financiële) verantwoording de werkelijkheid reflecteert. Om dat te controleren is toegang nodig tot vaak vertrouwelijke informatie. Dat brengt een professionele relatie met zich mee waarin wederzijds vertrouwen van belang is. Maar de wijze waarop die relatie wordt ingevuld verschilt per cultuur.’
Het accountantsberoep is als geen ander in staat geweest zijn kernwaarden en gedragsprincipes te vatten in één set van wereldwijd geïmplementeerde standaarden. Dat is natuurlijk van belang, vindt Bik. ‘De multinationals en de kapitaalmarkten verwachten immers wereldwijd dezelfde kwaliteit van accountants.’ Maar uiteindelijk zijn het de lokale controleteams in de vele verschillende landen die de regels toepassen. Dan blijkt duidelijk dat de wijze waarop accountants die standaarden toepassen en tot een accountantsverklaring komen, cultureel is bepaald, stelt Olof Bik. ‘De regels zijn cultuurblind. Ze houden geen rekening met interpretatieverschillen. Men kan dus niet simpelweg aannemen dat die regels ook overal ter wereld op dezelfde manier worden toegepast. Gedrag, ook dat van accountants, wordt sterk beïnvloed door hun culturele achtergrond’, aldus Bik. Gedrag dat het meest wordt beïnvloed door nationale cultuurverschillen heeft betrekking op het delen van kennis en de mate van betrokkenheid van de eindverantwoordelijke accountant in het controleteam.
De professioneel kritische grondhouding staat centraal in de uitvoering van controlewerkzaamheden. Het is nodig uitdagende vragen aan klanten te stellen. In de westerse culturen is dat al niet altijd even gemakkelijk. Maar in andere culturen, bijvoorbeeld in een aantal Aziatische landen waar het voorkomen van gezichtsverlies een grote rol speelt, ligt dat nog genuanceerder, zo schrijft Bik. ‘Accountants in deze culturen vinden het vaak moeilijker kritische vragen te stellen of de confrontatie aan te gaan, omdat ze daarmee impliciet vragen stellen bij de integriteit van het management’. Toch is de accountant verplicht dergelijke vragen te stellen op basis van de internationale controlestandaarden.
Ook de ‘westerse’ landen worden geraakt door nationale cultuurverschillen. En die verschillen zijn al dicht bij huis zichtbaar. ‘Zo richten wij ons in Nederland graag op de intentie of het principe van de regels en de controle daarop. Terwijl accountants in ons buurland Duitsland liever werken met gedetailleerde procedures en richtlijnen’, licht Bik toe. Dit zie je vooral in landen waar men cultureel minder goed tegen onzekerheid kan. Daar worden regels juist gebruikt als houvast. ‘En dit beïnvloedt bijvoorbeeld ook de risicoanalyse en de voorkeur voor detail- versus systeemgerichte werkzaamheden.’
Bik pleit daarom niet voor het loslaten van de internationale regels. Maar wel voor een dialoog over hoe die regels moeten worden toegepast in de lokale culturele omgeving. ‘Accountants en hun toezichthouders moeten zich bewust worden dat er meer wegen naar Rome leiden, zonder dat daarmee de intentie van de regels geweld aan wordt gedaan. In plaats van een ‘one size fits all’-aanpak, moet onderkend worden dat verschillende benaderingen mogelijk zijn in verschillende culturen’.
De volgende stap in het herstel van vertrouwen in de accountant en verbetering van de controlekwaliteit moet dus niet gevonden worden in meer en nieuwe regels. ‘Het is een natuurlijke neiging na elke crisis meer regels op te stellen. Mijn proefschrift illustreert nou juist dat daar de oplossing niet ligt’, aldus Bik. Liever ziet hij dat in de internationale aansturing, de lokale trainingen en de systemen van kwaliteitsbeheersing rekening wordt gehouden met de lokale interpretatie van wereldwijd uitgevaardigde regels. ‘En dan geldt voor accountants hetzelfde als voor ieder internationaal opererend bedrijf: het sturen van het juiste gedrag wordt vooral bereikt door rekening te houden met culturele verschillen en andere gedragsbepalende factoren.’