Het Coelo onderzocht de gemeentelijke lasten in 37 gemeenten waar in totaal 38 procent van de Nederlandse bevolking woont. Het instituut deed dat in opdracht van het Belastingoverleg Grote Gemeenten (BOGG).
Het is volgens het Coelo onduidelijk waarom de woonlasten maar zo beperkt stijgen. 2010 is een verkiezingsjaar, maar dat waren 2002 en 2006 ook en toen stegen de gemeentelijke lasten veel sterker. Bovendien moeten de gemeenten rekening houden met grote bezuinigingen vanuit de rijksoverheid, aldus de onderzoekers.
Gemiddeld komt de optelsom van onroerendezaakbelasting (ozb), rioolrecht en reinigingsheffing dit jaar uit op 610 euro per huishouden. Inwoners van Alkmaar zijn met een gemiddeld totaalbedrag van 480 euro het goedkoopst uit. Zaankanters betalen het meest: 698 euro.
Ook de ontwikkeling van de woonlasten verschilt sterk per gemeente. Arnhem kent de sterkste stijging (5 procent), terwijl de gemeentelijke lasten in Nijmegen juist met 7 procent dalen.
Van alle gemeentelijke woonlasten neemt het rioolrecht het sterkst toe, gemiddeld met 3 procent. De gemiddelde reinigingsheffing ligt 0,3 procent lager dan vorig jaar. De ozb-tarieven, gecorrigeerd voor de waardeontwikkeling van woningen, stijgen met 0,1 procent voor woningen en 0,4 procent voor bedrijfspanden.
Economie
Onderzoek RUG: Woonlasten grote gemeenten stijgen nauwelijks
De grote gemeenten verhogen hun woonlasten dit jaar met gemiddeld 0,6 procent. Gecorrigeerd voor inflatie is zelfs sprake van een daling. Dat blijkt uit donderdag gepubliceerd onderzoek van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) van de Rijksuniversiteit Groningen.
Leestijd: 1 minuut