Economie

SER Noord-Nederland: Energy Valley moet samenwerken met Oost- en Midden Europa'

De Sociaal Economische Raad Noord-Nederland wil dat het energiebeleid van Noord-Nederland in internationaal perspectief ontwikkeld wordt. In een advies aan het Samenwerkingsverband Noord Nederland stelt de raad dat de uitdagingen op energiegebied buiten Nederland liggen. Samenwerking met Midden- en Oost-Europa biedt een grote groeipotentie voor Energy Valley.


Leestijd: 1 minuut

Energy Valley is een sterk merk geworden en het zal nu de stap moeten zetten richting transitie naar energiebronnen die nu nog niet rendabel zijn, maar waarmee op termijn brede innovatie kan plaatsvinden, zegt de SER Noord-Nederland.

Ook moet volgens de SER Noord-Nederland meer nadruk worden gelegd op hoogwaardige kennisontwikkeling (Research en Development) op het gebied van Energie en moet de aanwezige kennis worden gebundeld en in de markt worden gezet. Het Energy Delta Institute (EDI) kan als brug tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven fungeren.

Het onlangs gesloten energieakkoord vraagt een grote inspanning van de regio, waar vanuit het rijk weinig concreets tegenover staat. Het is volgens de SER Noord-Nederland zaak de toegezegde prestaties concreet te maken en hier het grote publiek bij te betrekken. Hiervoor zijn aanspreekbare, zichtbare en operationeel uitgewerkte initiatieven belangrijk. Hiermee ontwikkel je breed draagvlak en worden de doelstellingen ook daadwerkelijk gehaald.

De raad vindt dat in Noord-Nederland een sterk demo-initiatief moet worden ontwikkeling voor afvang en opslag van CO2 (CCS) en op andere technieken van CO2 binding. Noord-Nederland heeft een sterke uitgangspositie gezien de beschikbare opslagcapaciteit. Met een succesvol en breed gedragen demo-initiatief kan Noord-Nederland uitgroeien tot Europese expertiseregio voor CO2 opslag.

Tenslotte adviseert de SER Noord-Nederland dat energie in Noord-Nederland meer leidend moet zijn bij de ontwikkeling van een (ruimtelijke) visie om de ambities van Energy Valley en het energieakkoord waar te kunnen maken. Lokale en regionale overheden moeten tijdig moed tonen door ruimte te reserveren voor toekomstige ontwikkelingen, zoals bij het ontwikkelen van woonwijken, bedrijventerreinen, gebiedsontwikkeling en infrastructuur. De raad noemt hier met name het Eemshavengebied en Delfzijl. “Maasvlakte problematiek” moet worden voorkomen.==