De Stadswerkplaats in Groningen is een openbare werkplaats voor hout en metaal waar iedereen terecht kan. Particulieren dus, maar ook zelfstandigen, kunstenaars, zzp-ers en bedrijven maken graag en veelvuldig gebruik van de mogelijkheden die de werkplaats biedt, zo vertelt De Louw in een interview met de Groninger Ondernemers Courant. Hij wijst op het uitgebreide arsenaal van machines dat door iedereen die ermee overweg kan, gebruikt kan worden. “Een van onze vaste gebruikers is bijvoorbeeld een aannemer die hier dan zijn houten kozijnen op maat komt zagen. Ideaal natuurlijk, want hij hoeft én geen werkplaats te huren, en geen dure machines aan te schaffen.” En dat maakt nogal een verschil: wie van de werkplaats gebruik wil maken, betaalt 14 euro per dagdeel. Het bedrag dat je betaalt voor het gebruik van de machines verschilt nogal, zegt De Louw, maar de vanafprijs ligt op 3 euro per uur.
De Stadswerkplaats werkt ook in opdracht: particulieren, bedrijven of organisaties die iets van hout of metaal willen laten maken, repareren of restaureren kunnen er terecht. “Gelukkig weten steeds meer lokale ondernemers ons te vinden”, zo zegt De Louw. Zo liet het Market Hotel aan de Grote Markt er onlangs nog een antieke bakfiets restaureren, en gaf een lokale kapper de opdracht de letters van zijn logo uit hout te zagen en ze vervolgens in de juiste kleur te spuiten. De Louw noemt ook als voorbeeld een Italiaans restaurant, even verderop. “Zodra er bijvoorbeeld een stoel of kruk kapot is, wandelen ze hier even naar binnen. In een mum van tijd is het dan gepiept.”
Die laagdrempeligheid spreekt veel lokale ondernemers aan, zo weet De Louw. Maar ook de flexibiliteit en het betaalbare tarief werken in het voordeel. “Het maakt zowel qua snelheid als prijs nogal wat uit of je bij ons een stoel laat repareren, of bij een officiële meubelmaker.” Het uurtarief bij opdrachten ligt op 40 euro, waarbij er vooraf een raming van de uiteindelijke kosten wordt gemaakt.
De Stadswerkplaats begon ooit – zo’n vijfendertig jaar geleden – als Buurtwerkplaats, die draaide op verschillende fondsen en subsidies. Inmiddels is het dus een stadsbreed initiatief en kan iedereen uit de stad – en daarbuiten – er terecht. Belangrijk verschil met die beginperiode is ook dat de Werkplaats nu ongesubsidieerd en zelfstandig is en dus z’n eigen broek moet ophouden. “We zijn dus ook voor een groot deel afhankelijk van het Groningse bedrijfsleven.
De Louw wijst als voorbeeld op de gids die elke zomer verschijnt, met daarin een overzicht van alle cursussen en workshops die er te volgen zijn. “We vragen bedrijven elke editie daarin te adverteren. Op die manier kunnen wij ons hoofd boven water houden.”
Nu hij toch het woord heeft ziet De Louw meteen zijn kans schoon een oproepje te doen: “We zijn nog op zoek naar een plek waar we ’s avonds terecht kunnen voor onze cursussen en workshops. Dus wie nog een grote ruimte of loods beschikbaar heeft: we horen het graag!”
