Noord-Nederland heeft teleurgesteld gereageerd op het gebrek aan aandacht voor de regio bij de aankondigingen van het kabinet tijdens Prinsjesdag. Hoewel er aandacht is voor kansengelijkheid en bestaanszekerheid, benadrukt het noorden dat er structurele inzet van het Rijk nodig is, gericht op meer welvaart in elke regio. Daarvoor presenteert Noord-Nederland haar verkiezingsinzet.
Het kabinet heeft wel aangekondigd om circa twee miljard te investeren in armoedebestrijding. Jetta Klijnsma, voorzitter van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, zegt: “Wij zijn blij met de voornemens van het kabinet om de armoedeproblematiek en kansenongelijkheid aan te pakken. Deze problematiek is ook in onze regio groot.”
De koning geeft in de Troonrede aan dat er een blijvende opdracht ligt om te werken aan een land waarin iedereen zich gehoord en gezien voelt met bestaanszekerheid en kansengelijkheid voor iedereen. Het Noorden benadrukt dat om bestaanszekerheid in elke regio aan te pakken, structurele investeringen en een andere aanpak nodig zijn. Daarbij moet verder gekeken worden dan alleen de korte termijn.
Klijnsma : “Het is belangrijk dat het kabinet in haar aanpak rekening houdt met verschillen in kansengelijkheid tussen en binnen regio’s. We kijken hiervoor nadrukkelijk naar het nieuwe kabinet om hier samen met de regio vorm aan te gaan geven.” De oproep van Klijnsma sluit aan bij de uitkomsten van het onderzoeksrapport ‘Elke Regio Telt’, waarin wordt gesteld dat het pas goed gaat met Nederland, als het overal in ons land goed gaat.
Hoewel het Noorden teleurgesteld is dat de bevindingen uit Elke Regio Telt onvoldoende naar voren kwamen tijdens Prinsjesdag biedt de regio met een verkiezingsinzet perspectief voor een betere toekomst.
Klijnsma: “Een toekomstbestendig Nederland vraagt om een fundamenteel andere werkwijze van het Rijk, waarbij niet langer sterker wordt gemaakt wat al sterk is, maar er wordt ingezet op de aanwezigheid van maatschappelijke basisvoorzieningen en een goede bereikbaarheid in elke regio. We verwachten dat Den Haag hierin snel de juiste keuzes maakt.”