Economie

Wereldburgers tien jaar: “Bij ons is biologisch echt biologisch en lokaal echt lokaal.”

Wie een goede burger wil scoren, kan inmiddels al tien jaar terecht bij Wereldburgers. De zaak vierde afgelopen oktober zijn jubileum, meldt de Groninger Ondernemers Courant. Het geheim van de goede burgers? “Bij ons is biologisch echt biologisch en lokaal echt lokaal.”


Leestijd: 3 minuten

Foto | Jan Buwalda
Foto | Jan Buwalda

De keuze is reuze, bij Wereldburgers aan het Akerkhof in Groningen. De hongerige Groninger kan er tegenwoordig kiezen uit 23 burgers. Of je nu zin hebt in rund, kip, lam, varken, of in helemaal geen vlees, het burgerrestaurant heeft het allemaal. De lekkerste? Eigenaar Jakob Waninge kan niet kiezen. “Het is net waar je zin in hebt, ze zijn allemaal lekker.” Én afkomstig van boerderijen uit de buurt, én van dieren die een goed leven hebben gehad. Want dat is waar Wereldburgers voor staat. Al tien jaar.

Zo’n 15 jaar geleden, toen Jakob nog voor de klas stond en middelbare schoolleerlingen lesgaf over aardrijkskunde en economie, droomde hij al van een eigen zaak. Eentje met écht goede burgers, want dat had Groningen nog niet, was hij van mening. “In de zaken waar ze ze wel hadden, was het vaak een geval van ‘we doen ook wel een burger op de menukaart’.”

Van docent naar hamburgerbakker

Het opzetten van de zaak ging niet zonder slag of stoot. De economie stond er in 2013 niet al te goed voor, en dus bleken banken niet gul met leningen. Bovendien schaamde Jakob zich ook een beetje voor zijn plannen. “Ik wilde mijn goede baan als docent opgeven om hamburgers te gaan bakken. Leg dat maar eens aan mensen uit.”

Iemand die wél enthousiast was over zijn idee, was een collega, aan wie Jakob het idee terloops vertelde. “Hij was zo enthousiast, dat hij wel een lening wilde verstrekken.” In juni 2013 zegde Jakob zijn baan op, in juli begon hij met bouwen en in oktober opende hij de zaak.

Zelf eet Jakob helemaal niet zoveel vlees. Twee keer per week, schat hij. Zijn kinderen zijn vegetarisch. “Ik ben geen voorstander van veel vlees eten, we moeten verstandig omgaan met vlees. Daarom hebben we vanaf het begin af aan óók zo’n vijf vegaburgers op de kaart staan. Die kunnen ook allemaal vegan geserveerd worden.”

De burgers die wel van vlees zijn, moeten herleidbaar zijn tot de boerderij, vindt Jakob. Hij werkt al tien jaar samen met slagerij De Groene Weg, die het vlees van boeren in de buurt koopt. “Die boerderijen zitten in de provincie Groningen, of net daarbuiten, en hebben allemaal een biologisch keurmerk. De dieren staan daar echt niet hutjemutje op elkaar. Bij ons is biologisch echt biologisch en lokaal echt lokaal.”

“Als we corona overleven, kunnen we ook verhuizen”

Vorig jaar is Wereldburgers verhuisd. Boekhandel Van der Velde, de voormalige buren, wilde uitbreiden, en Jakob stond zelf ook niet negatief tegenover een verhuizing naar een groter pand. “Het was midden in de coronapandemie, maar het ging eigenlijk best oké. Mensen konden burgers afhalen of thuis laten bezorgen, en daar werd goed gebruik van gemaakt. Ik dacht, als we corona overleven, kunnen we ook wel verhuizen. Bovendien heb je na negen jaar wel een lijstje gemaakt van dingen die beter kunnen.”

Twee deuren verderop stond een pand te huur, waar Wereldburgers sinds augustus vorig jaar de zaken heeft voortgezet. “We moesten wel even door de chaos heen kijken. We hebben 16 containers aan puin weggehaald. Maar het resultaat mag er zijn. We hebben nu hebben nu 160 vierkante meter aan oppervlakte, en zijn van 40 naar 60 zitplaatsen gegaan.”

Hoewel de eigenaar dik tevreden is, heeft hij één grote ergernis: bezorgdiensten. “Het is naar om die service uit handen te geven”, legt hij uit. “We bezorgen zelf ook, maar mensen bestellen toch vaak via de grote aanbieders. Soms krijgen we klachten dat het lang duurt. Dan zeg ik: als je via onze eigen website bestelt, heb je het binnen een half uur.”

Passend in het lokale straatje van Wereldburgers, wil Jakob dan ook misschien ooit nog een lokale bezorgdienst opzetten, als tegenhanger van de grote partijen. “Nu nog niet hoor, we zijn nog maar net verhuisd, maar het staat wel op sluimerstand in mijn hoofd. Wie weet wat de toekomst nog brengt.”