De gemeenten zijn in 2008 samen met de provincie gestart met
de ontwikkeling van het plan. Gaandeweg zijn de andere dertig organisaties aangesloten. De feestelijke ondertekening markeert het moment dat de fase van planvorming voorbij is en dat de uitvoering van start gaat.
Uitvoering van plan
De kern van het plan is dat de partijen erkennen dat er een verschuiving plaatsvindt van voorzieningen in de kleinere dorpen naar de grotere plaatsen. Naar verwachting ontstaat de komende
jaren een structuur die bestaat uit drie onderdelen: de woondorpen met weinig tot geen voorzieningen, de centrumdorpen met dagelijkse voorzieningen en de regionale centra met dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen.
De keuze die de 35 partijen maken is om het beperkt beschikbare geld gericht te investeren in de centrumdorpen en de regionale centra. Zodat er ondanks de krimp voldoende, goede en bereikbare voorzieningen blijven. De komende 10 jaar geven de gezamenlijke
partijen 400 miljoen euro uit. Hiervoor voeren zij zo’n 100 projecten uit op het gebied van zorg, onderwijs, detailhandel, sociale cohesie en de woningvoorraad.
Voorbeelden van projecten zijn het
versterken van de centra van Appingedam, Delfzijl en Uithuizen, het verbeteren van de kwaliteit en het levensloopbestendig maken van woningen en projecten voor buurt- en dorpsvernieuwing.
Samenvattend gaat het erom dat:
•inwoners langer in hun eigen woning kunnen blijven wonen;
•gemeenschappen actief en vitaal blijven;
•kwaliteit van voorzieningen op peil blijft en concentratie voorzieningen;
•de kwaliteit van wonen versterken.
Unieke samenwerking
Het Woon- en Leefbaarheidplan biedt oplossingsrichtingen voor de gevolgen van bevolkingsdaling en verandering van de bevolkingssamenstelling voor de woningvoorraad, zorg en welzijn, onderwijs en de detailhandel. De 35 partijen leveren individueel en in samenwerking hun bijdrage aan de uitvoering.
Deze samenwerking is uniek in Nederland. Niet eerder hebben zoveel partijen de afspraak gemaakt gezamenlijk op te trekken om de gevolgen van de veranderingen in bevolkingssamenstelling en daling
van inwoneraantal in het eigen werkgebied op te pakken.
