De bedrijven Ten Kate Vetten (Ter Apelkanaal) en IMEnz Bioengineering (Groningen) gaan een proefproductielijn opzetten om bijzondere soorten eiwitten uit eiwitrijke bijproducten van de slachtindustrie te halen. Deze eiwitten hebben een remmende werking op bepaalde groepen bacteriën die ziektes kunnen veroorzaken. Deze eiwitten kunnen worden gebruikt als vervanger van gangbare conserveermiddelen. Hierdoor wordt de voedselproductie duurzamer en verbetert de voedselveiligheid.
Bij Ten Kate wordt slim gebruik gemaakt van reststoffen die anders een kostenpost zijn. Ten Kate Vetten en IMEnz Bioengineering krijgen hiervoor een subsidie van de provincie Groningen van 150.000 euro. Dit levert in de toekomst bij beide bedrijven zes tot twaalf banen op.
Ten Kate Vetten is een vernieuwend familiebedrijf dat al sinds 1920 in de Veenkoloniën staat en vestigingen heeft in Nederland, Duitsland en Hongkong. Bij het bedrijf worden dierlijke vetten en eiwitten verwerkt tot ingrediënten van levensmiddelen, diervoeding en technische producten.
Uitgangspunt van Ten Kate is dat er geen restproducten achterblijven en dat is ook het uitgangspunt bij de zoektocht naar nieuwe technologieën. Voor de nieuwste proefproductielijn werkt het bedrijf samen met het Groningse biotechnologiebedrijf IMEnz, een bedrijf dat processen voor de productie van 'groene' chemicaliën uit grondstoffen ontwikkelt.
De bedoeling is dat Ten Kate met de nieuwe productielijn nieuwe afzetmarkten aanboort. Als de productielijn succesvol is, wordt er in 2018 een nieuwe fabriek gebouwd op het industrieterrein in Ter Apelkanaal. De nieuwe fabriek wordt aangesloten op de bestaande productiefaciliteiten van Ten Kate en levert zes tot twaalf banen op.
Innovatief Actieprogramma
De subsidie komt uit het Innovatief Actieprogramma Groningen (IAG). Het IAG is bedoeld voor vernieuwende, ambitieuze samenwerkingsprojecten in de sectoren Healthy Ageing, Biobased Economy, Energie en Transsectorale Innovatie.
Met dit subsidieprogramma wil de provincie investeren in vernieuwing, ondernemerschap en concurrentievermogen. Dit moet werkgelegenheid voor onze provincie opleveren. Het vierde programma is in november gestart en loopt tot en met 2017. In totaal is 5,8 miljoen euro beschikbaar. Daarvan is al 5,2 miljoen beschikbaar gesteld. Gezien het grote aantal aanvragen worden geen nieuwe initiatieven meer in behandeling genomen.
