Toen Yeelen Knegtering nog in dienst was voor een ICT-bedrijf, viel het hem op hoeveel tijd er ‘verloren’ ging aan administratieve werkzaamheden. Dat kan anders, dacht hij. En dus startte hij in 2015 Klippa; een bedrijf voor het automatiseren van administratieve taken als documentverwerking, sorteren en het herkennen van fraude. Mét succes, want er is veel animo voor de software.
Waar Klippa begon met een klantenkring die bestond uit een aantal middelgrote Nederlandse bedrijven, levert het inmiddels aan zo’n 1000 bedrijven verspreid over 35 landen, vooral in Europa en Australië. Die groei leidt tot een nieuw probleem: het bedrijf groeit zo snel, dat het de vacatures niet meer kan bijbenen.
“Een personeelstekort wil ik onze situatie eigenlijk niet noemen”, zegt Knegtering, “want het is niet zo dat we geen personeel kunnen vinden. We nemen elke maand wel een aantal nieuwe werknemers aan, maar het aantal vacatures groeit harder", zegt hij in de nieuwste editie van de Groninger Ondernemers Courant. Oplossingsgericht als Knegtering is, bedacht hij daar iets op: vorig jaar opende Klippa een eerste buitenlandse vestiging, en wel in Roemenië, waar inmiddels de eerste handvol werknemers al aan de slag is.
De keuze voor Roemenië was een bewuste keuze, vertelt Knegtering. “In verband met wetgeving wilden we binnen de Europese Unie blijven. Vervolgens hebben we gekeken naar opleidingsniveau, beheersing van de Engelse taal, de hoeveelheid beschikbaar personeel en de affiniteit met IT.” Zo kwamen ze bij Roemenië, waar bijna 50 procent van de bevolking een opleiding in de richting van IT doet, waarvan bijna de helft vrouw.
Buitenlandse Kamer van Koophandel
De doorslag voor het openen van de vestiging in Roemenië was de beschikbaarheid van een goede foreign investment office: een soort buitenlandse Kamer van Koophandel om bedrijven te helpen zich in het buitenland te vestigen. “Ze bieden advocaten, notarissen, kantoorpanden, en alles om je daar op weg te helpen. Dat scheelt ontzettend veel energie.”
Natuurlijk komen er ook uitdagingen kijken bij het openen van een vestiging in het buitenland. Zo heb je te maken met een andere cultuur. Knegtering: “Nederlanders zijn bijvoorbeeld heel erg op zoek naar werkgeluk en zingeving, terwijl het in Roemenië meer om de werkvoorwaarden gaat. Qua taken doen de Roemeens werknemers gewoon wat je van ze vraagt. En de hiërarchie is ook wat sterker daar. Daar moet je wel rekening mee houden.”
Maar die verschillen zijn volgens de ondernemer geen stoorfactor. De samenwerking tussen de 5 werknemers in Roemenië en de 60 in Nederland bevalt goed. Klippa zet dan ook sterk in op de verbinding tussen de vestigingen. Twee keer per jaar hebben ze met z’n allen een teamuitje, en ook tussendoor wordt er best wat heen en weer gereisd, vertelt de ondernemer. “Dat kost natuurlijk tijd en energie, maar het is voor de binding wel noodzakelijk, vind ik. We hebben meerdere kantoren, maar ik wil voorkomen dat je ook meerdere culturen krijgt.”
Knegtering raadt andere bedrijven aan goed onderzoek te doen voor het openen van een vestiging in het buitenland. “Het is natuurlijk makkelijk om de dichtstbijzijnde stad in Duitsland te kiezen, maar je moet de demografische factoren wel kennen. Wat is het opleidingsniveau, welke talen worden er gesproken en hoe ziet de arbeidspopulatie eruit?”
Of er nog meer vestigingen gaan volgen? Dat sluit Knegtering niet uit. “We blijven groeien, dus de vacatures blijven ook komen.” De plannen voor een kantoor in Hamburg zijn al concreet, vooral gericht op salesmedewerkers en de Duitstalige markt. En op de lange termijn sluit hij een vestiging in de Verenigde Staten niet uit. “Dat levert misschien meer gedoe op qua opzetten, maar dat hoort er dan bij. Je wilt jezelf ook niet limiteren door te weinig locaties te hebben, daardoor geen personeel kunnen vinden en vervolgens niet kunnen groeien.”
Foto: Jan Buwalda