Innovatie

Life­li­nes: ​“In Gro­nin­gen had­den we het lef dit te doen”

Waarom er juist in Groningen zo’n groot en wereldwijd uniek onderzoek loopt als Lifelines? Alleen hier hadden we het lef dit te doen, zo verklaart wetenschappelijk directeur Jochen Mierau. Van dit mega-onderzoek, waarbij 167.000 deelnemers jarenlang worden gevolgd, is onlangs de vierde onderzoeksronde van start gegaan.


Leestijd: 2 minuten

Lifelines begon in 2006 en draait dus alweer bijna 20 jaar. Wat het onderzoek zo uniek maakt is niet alleen de hoeveelheid deelnemers en de duur van het onderzoek, maar ook het feit dat ze niet bewust geselecteerd zijn en daarmee een afspiegeling van de drie noordelijke provincies vormen, zegt Mierau op economie.groningen.nl. Gedurende dertig jaar worden de deelnemers elke vijf jaar uitgebreid onderzocht. Ze doen mee aan lichamelijke onderzoeken, leveren onder meer urine, bloed en ontlasting in, en vullen vragenlijsten in over hun gezondheid.

700 wetenschappelijke artikelen

Dit alles bij elkaar levert unieke gegevens op: het maakt Lifelines de grootste data- en biobank van de wereld. En belangrijker nog, dankzij al die gegevens kunnen wetenschappers wereldwijd onderzoek doen naar gezond ouder worden. “Afgelopen jaren zijn er op basis van de gegevens van Lifelines dan ook meer dan 700 wetenschappelijke artikelen verschenen.”

Zo’n grote en vooral unieke bio- en databank als Lifelines zet Nederland, en Groningen in het bijzonder, volgens de directeur wereldwijd op de kaart bij wetenschappers. En waarom zo’n onderzoek in Groningen, en niet ergens anders? Het antwoord is simpel: hier had men het lef om dat te doen. “Zo’n groot onderzoek, waarbij zoveel mensen bij zijn betrokken, is een enorme investering die niet direct waarde heeft. Sterker nog, het duurt járen voordat zo’n databank gevuld is, en daarmee interessant voor wetenschappers. Dat heeft het UMCG en de RUG er destijds niet van weerhouden dit initiatief te nemen, daar was lef voor nodig.”

Nieuwe onderzoeksronde

Lifelines is onlangs met de vierde onderzoeksronde gestart, en heeft daarvoor 17 miljoen euro gekregen van het ministerie van VWS. De start van zo’n nieuwe ronde betekent dat alle 167.000 mensen komende jaren opnieuw onderzocht zullen worden en de databank dus nóg waardevoller wordt. Bovendien komt er hoogstwaarschijnlijk vanuit het Nationaal Programma Groningen nog eens 1,4 miljoen euro beschikbaar. De bedoeling is om dat geld te gebruiken voor het uitbreiden van de onderzoekspopulatie.

Ook momenteel lopen er verschillende onderzoeken, onder andere naar de invloed van iemands omgeving op de bacteriën in de darm, en de samenhang daarvan met ziektes. Daarnaast loopt er, op basis van de Lifelines-gegevens, op het moment ook psychomamtsich onderzoek: een verband tussen mentale klachten en fysieke problemen. Mierau: “De beschikbare data zijn voor alle gebieden in de wetenschap relevant en interessant gebleken.”

Alle samples en materialen die in de loop der jaren zijn verzameld – zo’n 8 miljoen bij elkaar – worden bewaard in een gigantische vriezer, ter grootte van een sporthal. De vriezer is met zijn constante temperatuur van -80 graden Celsius de koudste plek van Nederland. De hypermoderne techniek in het gebouw zorgt dat het biomateriaal constant op de juiste temperatuur wordt gehouden, ook in het geval van een overstroming, een aardbeving, brand of stroomuitval