Door de bevindingen van de LifeLines-onderzoekers zijn schildklierklachten in een vroeg stadium opgespoord. De mensen die niet weten dat ze een verlaagde schildklierfunctie hebben, ervaren tot nu toe nog weinig tot geen klachten. De verwachting is dat op het moment dat zij de eerste klachten ervaren en hiervoor naar hun huisarts gaan, hun gezondheid al verder achteruit is gegaan.
Als gevolg van een traag werkende schildklier kunnen klachten ontstaan als vermoeidheid, kouwelijkheid, traagheid en obstipatie en stijgt onder andere het cholesterolgehalte van het bloed en de bloeddruk. Iemand met een te traag werkende schildklier krijgt sneller hart- en vaatziekten. Hoe eerder een dergelijke afwijking kan worden vastgesteld, des te eerder een behandeling kan worden gegeven.
Voor hun onderzoek maakten de endocrinologen gebruik van de gegevens van de grote cohort-studie LifeLines. In deze 3-generatie-studie volgt het UMCG de gezondheid van 165.000 deelnemers gedurende dertig jaar. Op dit moment zijn ruim 52.000 deelnemers geïncludeerd. Deelnemers vullen vragenlijsten in, hun bloed en urine wordt verzameld en er worden enkele testen (hart- en longfunctie, bloeddruk) bij hen afgenomen.
De diagnose van een verminderde schildklierfunctie kan door eenvoudige bloedbepalingen eerder gesteld worden, zelfs al voordat de eerste klachten zich openbaren. Dit maakt een eerdere behandeling mogelijk, waardoor meer ernstige klachten kunnen worden voorkomen.
De schildklierfunctie wordt beoordeeld door de TSH- en de vrijT4-waarde in het bloed te bepalen. De endocrinologen konden hun onderzoek uitvoeren op basis van de bloedwaarden van ruim 18.000 LifeLines-deelnemers en de door hen ingevulde vragenlijsten.