‘Bij een kraakbeentransplantatie halen we met een kijkoperatie een stukje eigen kraakbeen uit de knie van de patiënt. Dat stukje wordt in negen weken opgekweekt in een laboratorium. Tijdens een tweede operatie, waarbij we de knie openmaken, plaatsen we het stukje terug,’ legt Brouwer uit.’Omdat het kraakbeen goed moet ingroeien in het eigen kraakbeen, duurt het wel even voordat de knie weer belast mag worden. Patiënten volgen daarvoor een aantal maanden een intensief revalidatieprogramma.’
Voor een kraakbeentransplantatie komt een beperkte groep in aanmerking. De techniek is geschikt voor mensen die in hun kniegewricht een ‘gat’ hebben groter dan 2 bij 2 cm. Dat gat ontstaat in de meeste gevallen door een knie-ongeval of een aangeboren afwijking. ‘We beginnen klein, maar ik verwacht dat deze techniek de toekomst heeft. We zullen steeds grotere stukken kraakbeen kunnen transplanteren.’
Het Martini Ziekenhuis biedt met deze techniek het totale pakket aan behandelingen op kniegebied. Per jaar voeren de orthopeden bijna 2.000 ingrepen in en rond de knie uit, zoals kijkoperaties bij meniscusproblemen, kruisbandreconstructies, het plaatsen van knieprotheses en standscorrecties. Het ziekenhuis heeft daarmee volgens eigen zeggen veel kennis en ervaring opgebouwd. Brouwer: ‘We zoeken altijd naar vernieuwing en verbetering, zodat we nog meer patiënten goed kunnen helpen. Veel mensen ervaren knieproblemen, wat een behoorlijke impact kan hebben op het dagelijks leven. Met deze behandeling kunnen we hen iets extra’s bieden’.