Innovatie

Onderzoek RUG: Agressieve jongens raken met elkaar opgescheept

Agressieve jongens willen graag sociale vrienden, die weinig tot geen agressief gedrag vertonen. Maar bij zulke jongens krijgen ze vaak geen aansluiting. Probleemjongens zoeken elkaar dus niet op, zoals veel wordt gedacht, maar raken met elkaar opgescheept, zo blijkt uit onderzoek van socioloog Jelle Sijtsema van de Rijksuniversiteit Groningen. Training in sociale vaardigheden kan ze mogelijk een duwtje in de goede richting geven, zegt hij.


Leestijd: 1 minuut

In de sociale wetenschappen wordt veel gedrag van agressieve jongens verklaard uit de zogenaamde ‘homophilic selection’-theorie. Agressieve jongens zouden actief op zoek zijn naar gelijkgestemde vrienden, om samen rotzooi te trappen. Het onderzoek van Jelle Sijtsema stelt de nodige vraagtekens bij deze theorie. De vriendschapsvoorkeuren van agressieve jongens wijken niet af van jongens die sociaal en/of niet-agressief zijn. Dit blijkt uit een analyse van vriendschapsnetwerken in Nederlandse schoolklassen, gebaseerd op vragenlijsten over het sociale leven van jongeren. Sijtsema haalde zijn gegevens uit de langlopende TRAILS studie onder middelbare scholieren.

Sijtsema deed ook onderzoek naar de samenhang tussen lichamelijke kenmerken en agressie. Hieruit blijkt dat jongens die in rust een lage hartslag hebben, meer geneigd zijn sensatie te zoeken en daardoor vaker in conflict komen met autoriteiten. Een duidelijk verklaring hiervoor is er volgens Sijtsema niet. “Waarschijnlijk voelen zij zich doorgaans minder op hun gemak, en hebben ze meer prikkels nodig om zich goed te voelen.” Bij meisjes werd een verband tussen lage hartslag in rust en agressiviteit niet aangetoond.

Met deze nieuwe inzichten kunnen jongeren geholpen worden hun agressie te verminderen. In plaats van gestraft, zouden agressieve jongens getraind moeten worden in sociale vaardigheden. Zo kunnen ze aansluiting vinden bij jongens die sociaal en niet-agressief zijn.