Donorlevers zijn normaal gesproken buiten het lichaam maximaal 6 tot 10 uur te bewaren. Dit zorgt voor grote tijdsdruk bij transplantaties. Door orgaanperfusie verdwijnt deze tijdsdruk. In perfusiemachines kunnen donororganen worden behandeld met een zuurstofrijke vloeistof waardoor organen niet alleen langer kunnen worden bewaard, maar ook vlak voor de transplantatie kunnen worden getest. Daardoor zijn meer organen geschikt voor transplantatie.
De perfusiemachines staan in speciale ruimtes: de ‘Organ Preservation & Resuscitation-units’. Het UMCG is één van de enige ziekenhuizen die zo’n voorziening tot zijn beschikking heeft. Het ziekenhuis begon in 2015 met deze techniek, en enkele jaren later volgden centra in Rotterdam en Leiden. Dit leidde tot een landelijk recordaantal levertransplantaties.
Het protocol van de perfusietechniek voor het langer bewaren en testen van donorlevers is nu gepubliceerd in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Nature Protocols, waarin nieuwe methodes worden gepresenteerd. Het protocol werd geschreven door het hoofd van het UMCG Transplantatiecentrum Vincent de Meijer, chirurg in opleiding Otto van Leeuwen en Robert Porte, voormalig hoofd van het centrum. Zo kunnen andere ziekenhuizen wereldwijd het protocol inzien.
Er is veel internationale belangstelling voor de transplantatietechniek. Medewerkers uit transplantatiecentra uit Noorwegen, Duitsland, Israël, België en Australië kwamen al langs in het UMCG om de techniek te aanschouwen. Het is wel belangrijk dat de medewerkers die de perfusie doen goed zijn opgeleid. Daarom is er sinds 2022 een internationale opleiding tot orgaanperfusionist in het UMCG: dit is de enige ter wereld.
